Meteen naar de tekst springen
(c) Paramount

INDEX >> ACHTERGRONDEN >>

DE VROUWEN VAN WOODY ALLEN
Mia Farrow

 

Matthias Van Wichelen | 17/11/2010


Share/Bookmark

Het is verleidelijk en gemakkelijk om geringschattend te doen over Mia Farrow. Ten eerste is de Amerikaanse in haar lange carrière zo zuinig geweest op haar talent dat het nog maar net de vraag is of ze dat überhaupt wel heeft. Ten tweede heeft ze de vele  moeilijkheden in haar verschillende huwelijken nooit uit de pers kunnen houden. Ten derde nog het meest opvallende: in de loop der jaren is ze uitgegroeid tot een onstilbare adoptiejunkie.

Uiteraard is Farrow niet de enige actrice wiens privéleven bijna integraal te volgen is via de gespecialiseerde pers. Ook van Penélope Cruz, Angelina Jolie en Scarlett Johansson weten we alles. In tegenstelling tot die drie haalt Farrow zelden de pers met vrolijk positief nieuws, iets in de stijl van een project met een hippe jonge regisseur, een opvallend glamoureus kapsel, een prachtige bikini gekiekt met een telelens, een schattige puppy... Niets van dat alles. Als de naam Farrow valt, zijn er twee mogelijkheden: de onheilsklokken luiden (nog maar eens) of er is (nog maar eens) een nieuw adoptiekindeke afgeleverd.

Twee keer in haar veertig jaar durende professionele carrière kreeg ze welverdiende complimenten. In 1968 was dat voor haar titelrol in Rosemary’s Baby, de klassieker van Roman Polanski. Haar glansvertolking was veelbelovend want het frêle, onervaren kippetje - dat doorbrak met de onbenullige soapserie Peyton Place – verbaasde vriend en vijand door pittig weerwerk te bieden aan John Cassavetes en Ruth Gordon. Alles dat volgde was veel en veel minder goed. In John and Mary stond ze tegenover Dustin Hoffman. Met Jack Clayton maakte ze voor de peperdure, totaal mislukte verfilming van The Great Gatsby, Robert Altman regisseerde haar in zijn cultfilm A Wedding (1978) en John Guillermin koos haar voor de luxeuze Hercule Poirotfilm Death on the Nile (1978). De films na Rosemary’s Baby hebben één ding gemeen: als ze al te pruimen waren, dan had Mia Farrow daar geen verdienste aan want de blondine kwam steeds flauwer voor de dag.

De volgende bewering is puur speculatief: had ze in het begin van de jaren tachtig Woody Allen niet ontmoet dan was ze waarschijnlijk gestopt met acteren en was ze al lang in de vergetelheid geraakt. Maar goed, Michael Caine stelde haar op een avond in een restaurant voor aan de New Yorkse regisseur en de rest is geschiedenis. In 1982 speelde ze de hoofdrol in A Midsummer Night’s Sex Comedy. De verderlichte komedie behoort niet tot het beste dat hij ooit gemaakt heeft. Hij maakte kans op één enkele prijs: Farrow kwam in aanmerking voor een Razzie, de anti-Oscar die de slechtste films en vertolkingen van het jaar bekroont. De ultieme vernedering bleef haar nipt bespaard. De wansmakelijke Pia Zadora – kent u haar nog? – was blijkbaar nog slechter in Butterfly.

Critici en Woody Allenfans hebben haar nooit helemaal aanvaard. Lang werd ze aanzien als een ongewenste gast, een indringster in Alles universum. Dat hij verliefd werd op haar tot daar nog aan toe. Maar dat hij blind was voor haar beperkte talent is moeilijker te verteren. In zekere zin volgde ze ook de fantastische Diane Keaton op als Allens fetisjactrice. Ze voerde een ongelijke strijd tegen de perceptie en verloor die kansloos.

Na de valse start die A Midsummer Night’s Sex Comedy toch was, ging het gestaag beter. In Zelig is ze best ok, net als in Broadway Danny Rose (waarin haar gezicht grotendeels bedekt is door een opvallende pruik en een enorme zonnebril, dus veel acteren kwam er niet aan te pas) en The Purple Rose of Cairo. Ok is nog iets anders dan goed. Het is in haar geval aanvaardbaar of niet-storend.

Sterk, heel sterk zelfs is ze in Hannah and Her Sisters (1986), dat andere hoogtepunt uit haar carrière. Ze vormt een heerlijk trio met Barbara Hershey en Dianne Wiest. Hannah and her Sisters werd opgenomen in Mia Farrow eigen flat. Vier van haar kinderen hebben cameo’s, haar boezemvriend Michael Caine speelt een van de hoofdrollen, moeder Maureen O’Stapleton is ook haar mama in de film. De grens tussen realiteit en fictie was nog nooit zo vaag. Haar artistieke hoogtepunt bezorgde haar dan ook een pak persoonlijke stress. Ze haalde het zelfs in haar hoofd dat Woody Allen verliefd was op haar zus en dat hij haar dat met deze film wou duidelijk maken. Waar ze de inspiratie voro haar vertolking ook vandaan haalde, ze was net als de rest van de cast subliem, voor de tweede keer in haar loopbaan. Na de uitschieter veranderde ze opnieuw in een bleke, sprekende pop die netjes haar dialogen bracht zonder daar iets wezenlijks aan toe te voegen.

Husbands and Wives (1992) was de laatste samenwerking van het duo. De topfilm gaat over een koppel met huwelijksproblemen en kwam in de zalen enkele weken nadat het grote Soon-Yi schandaal losbarstte.  Het einde van hun relatie was ook zo goed als het einde van haar carrière. Na de zaak Soon-Yi was ze commercieel verbrand.

Er is natuurlijk meer aan de hand dan dat. Wie op veertig jaar tijd maar twee goede rollen speelt, belandt uiteindelijk op een zijspoor zeker als je er rekening mee houdt dat Woody Allen een van de allerbeste regisseurs van actrices is in de filmgeschiedenis. Een rol aanvaarden in zijn film staat quasi garant voor een Oscarnominatie. Diane Keaton (Annie Hall), Dianne Wiest (Bullets over Broadway en Hannah and her Sisters), Mira Sorvino (Mighty Aphrodite) en Penélope Cruz (Vicky Cristina Barcelona) wonnen de belangrijkste persoonlijke onderscheiding dankzij rollen in zijn films. Nominaties waren er voor Samantha Morton (Sweet and Lowdown), Jennifer Tilly (Bulllets over Broadway), Judy Davis (Husbands and Wives), Mariel Hemingway (Manhattan), Geraldine Page (Interiors) en Maureen Stapleton (Interiors). Inderdaad: Farrow staat er niet bij.

In een snelle, trendgevoelige wereld als de cinema is de tijd een strenge maar rechtvaardige rechter. Anno 2010 is Farrow al zo goed als vergeten. Als ze over vijftig jaar nog genoemd wordt, zal dat zijn omdat ze een tijd Woody Allens partner was. Haar middelmatigheid wordt extra benadrukt door de genialiteit van haar regisserende en schrijvende ex.

Artistiek is Farrow een lichtgewicht, privé blijkt ze allesbehalve een simpele tuttebel te zijn. Haar leven is tot nu toe uitzonderlijk vol en boeiend geweest. Het begon al in de wieg. Haar vader was de Australische regisseur en scenarist John Farrow, haar moeder de Ierse actrice Maureen O'Sullivan die wereldberoemd werd als Jane in de Tarzanfilms. Farrow groeide op in een geprivilegieerde omgeving in Beverly Hills. Exact het lege, fake wereldje waar Woody Allen zo op afgeeft in Annie Hall.

Haar buren waren filmsterren en waanzinnig rijke producers. Van de luxe kon ze zelden echt genieten. Ze kreeg polio toen ze 9 was en lag maanden in quarantaine. Haar broer Mike stierf in een vliegtuigcrash toen ze 13 was. Op haar zeventiende stierf haar vader aan een hartaanval nadat hij een hele nacht tevergeefs had proberen te bellen naar haar moeder in New York. Hij verdacht zijn vrouw - geheel terecht overigens - van overspel. Hij stierf met de telefoon vastgeklemd in de hand.

Vader Farrow was zelf een rokkenjager buiten categorie. Hij had zo veel minnaressen dat zijn vrouw een extra deur plaatste in zijn slaapkamer. Zo konden de scharrels geruisloos binnen en buiten zonder de nachtrust van de kinderen te storen. Eén van zijn vastere liefjes was actrice Ava Gardner, de tweede vrouw van Frank Sinatra.

Na de dood van haar vader woonde Farrow met haar moeder in New York. Ze leerde er per toeval Salvador Dalí kennen. De excentrieke Spanjaard naam de tiener op sleeptouw en stelde haar voor aan zijn invloedrijke vrienden. Ze las in die periode massa’s boeken en reisde de wereld rond. De Californische gaf zichzelf een intellectuele upgrade.

In 1966 trouwde de maagdelijke Farrow met de minder maagdelijke Frank Sinatra. Zij was 21, hij 50. Sinatra was haar eerste grote liefde. En wat voor een: een levende legende die zo rijk was als de zee diep is, innig bevriend met de Kennedy’s, gelieerd aan de maffia, met een schatje in ieder stadje. De crooner was haar eerste man, zij was zijn derde vrouw. Hun huwelijk hield niet lang stand. Ze ontving de papieren voor de echtscheiding tijdens de opnames van Rosemary’s Baby in Londen. Toen Farrow tientallen jaren later tegenover Woody Allen stond in de rechtbank bood Sinatra haar onverwacht zijn hulp aan. Als ze dat wou kon hij gerust een van zijn maffiavriendjes vragen om Allens benen te breken... Ze legde het aanlokkelijke voorstel naast zich neer.

Twee jaar na de scheiding van Sinatra trouwde ze met de Amerikaanse componist André Previn. Ze kregen drie biologische kinderen: de tweeling Matthew and Sascha, geboren in 1970 en Fletcher, geboren in 1974. Met hem begon ze aan haar reeks adopties. Tijdens een van de vele protestmarsen tegen de oorlog in Vietnam groeide het idee dat ze meer kon doen dan leuzen schreeuwen en verontwaardigd kijken. Haar drang tot actie leidde tot de komst van de Vietnamese kleuters Lark Song (1973) en Summer Song (1976).

André Previn was toen vooral bezig met zijn muzikale carrière. Nadat hij Oscars gewonnen had met de muziek voor Gigi, Porgy and Bess, Irma la Douce en My Fair Lady deed hij er alles aan om ook als klassiek componist en dirigent serieus genomen te worden. Omdat hij aangesteld was als dirigent van het London Symphony Orchestra woonden hij en Mia Farrow in Engeland. Het is te zeggen: ze waren de eigenaar van een huis waar Farrow hun kinderen grootbracht. Hijzelf was steeds op tournee. Toen de echtscheiding uitgesproken werd, stond Farrows kinderteller op zes: drie natuurlijke en drie geadopteerde want intussen was ook Soon-Yi aangekomen.

Tijdens haar huwelijk met Previn koos ze koos haar rollen in functie van haar rol als moeder. Farrow werkte enkel als ze van de producers mocht nine-to-fiven. Het verklaart gedeeltelijk waarom de films uit die tijd zo lamlendig zijn.

Toen ze samen was met Allen ging ze door op haar adoptie-elan. Eerst haalde ze Moses in huis (die tegenwoordig zijn geld verdient als huwelijkstherapeut) en later Dylan. In 1987 beviel ze na een ongeplande zwangerschap van Satchel. Toen haar relatie met Allen spaak liep had ze dus negen kinderen. Nadien adopteerde ze er nog zes (6). Je moet geen psychologie gestudeerd hebben om te concluderen dat iemand die elf kinderen adopteert niet helemaal normaal is.

Wat excentriciteit betreft, zijn de streng katholiek opgevoede Farrow en de joodse Woody Allen elkaar waard. Bij hun ontmoeting was hij al een veelvuldig bekroonde en wereldwijd aanbeden filmmaker. Met Annie Hall en Manhattan had hij de absolute top bereikt. Hij liet zich door Manhattan rondrijden in een Rolls Royce, reisde enkel met gecharterde vliegtuigen of privéjets, at iedere avond buitenshuis en bezocht wekelijks minstens drie verschillende psychiaters die hem hielpen zijn beslissingen te nemen.

Hij maakte geen geheim van zijn aparte levensstijl en persoonlijke opvattingen. Vanaf dag 1 wist Farrow dat haar geliefde een op en top narcistisch, egocentrisch en op allerlei wijzen verknipt individu was. Ze kocht bepaald geen kat in de zak.

Het was ook al snel duidelijk dat hij zich niet wilde bezighouden met de kinderen, dat hij geen plannen had om te trouwen en dat hij het helemaal niet zag zitten om samen te wonen. De aanwezigheid van al die lawaaierige en aandacht opeisende kroost was niet compatibel met zijn bestaan als schrijver, scenarist en regisseur. Allen en Farrow woonden elk aan een kant van Central Park. In de herfst en de winter konden ze bij elkaar het licht zien branden in de woonkamer.

Dat hij niet om de kinderen gaf, hen zelfs straal negeerde, belette Farrow niet nieuwe adoptieprocedures in gang te zetten. Terwijl haar flat steeds overbevolkter raakte, hielden ze vast aan het strakke productieschema van één film per jaar.  Dat er problemen zouden van komen, stond in de sterren geschreven. En de problemen, wel ja, die kwamen er in overvloed.

Dat Soon-Yi er vandoor ging met Woody Allen is intussen bekend. Nog troebeler en veel verontrustender is zijn relatie met adoptiedochter Dylan. Zij was het enige kind waar hij oprecht belangstelling voor toonde. Zijn aandacht en liefde kreeg al snel een obsessief, incestueus kantje. Farrow schakelde – jaren voor het proces - professionele hulp in. Allen had tientallen gesprekken met psychologen die vergeefse pogingen ondernomen hebben om de relatie tussen vader en adoptiedochter gezond te houden.

Na de breuk met Farrow ging de beerput open. In het proces over het hoederecht over Dylan en Moses was de obsessieve belangstelling van Allen voor Dylan uiteraard het  belangrijkste discussiepunt. Al snel was duidelijk dat er meer aan de hand was dan een bedrogen vrouw met een gebroken hart die haar ex beschuldigt van incest. De rechter velde een tweeslachtig vonnis: Allen werd niet veroordeeld voor kindermisbruik (zoals OJ Simpson niet schuldig werd bevonden aan de moord op zijn vrouw) maar hij mocht zijn adoptiedochter voortaan alleen nog zien onder toezicht van andere volwassenen.

De uitspraak in het proces was niet het einde van haar ellende. Adoptiedochter Lark Song stierf in 2008 aan de gevolgen van AIDS. Tam, een andere adoptiedochter, overleed op 19-jarige leeftijd in haar armen na een hartaanval. Adoptiezoon Isaiah werd geboren met een crackverslaving en adoptiedochter Frankie-Minh (genoemd naar Frank Sinatra) is blind. Haar broer Patrick – nochtans een succesvolle beeldhouwer - schoot zich in zijn kunstgalerij door het hoofd.

Zo lang ze het maar niet in haar hoofd haalt om nog eens te acteren, is Mia Farrow de komende dertig jaar van haar leven wat rust en geluk gegund. Ze heeft nog een belangrijke rol te spelen als mensenrechtenactiviste, een rol waarin ze wel uitblinkt.

In ‘De Vrouwen van Woody Allen’ gaat Moviegids dieper in op zijn bijzondere relatie met Jean Doumanian (hartsvriendin en producer), Mia Farrow (liefdespartner, fetisjactrice en moeder van zijn zoon) en Soon-Yi Previn (zijn derde echtgenote).

PLANEET CINEMA

Planeet Cinema is een online filmmagazine. We bekijken films zonder grenzen: oud of nieuw, populair of obscuur.

We geven graag nieuw schrijftalent de kans om online te publiceren.

Planeet Cinema beschikt over een uitgebreid archief van meer dan 6.000 artikelen sinds 1993.

 

HOME
RECENSIES
ACHTERGRONDEN
FESTIVALS
KLASSIEKERS

Twitter Facebook

 

THEMA

THEMA - UIT DE KUNST
Vrouw in een mannenwereld


Met de hulp van een historica draaide de Franse regisseur Bruno Nuytten in 1988 een biopic over een van Frankrijks meest bekende vrouwelijke kunstenaars uit de negentiende eeuw. De gelijknamige film vertelt haar tragische levensverhaal begeleid door de dramatische muziek voor hoofdzakelijk strijkers van componist Gabriel Yared.

>>>

THEMA - UIT DE KUNST
De beeldhouwer die niet wou schilderen


Quizvraagje voor bij de barbecue: wat hebben Mozes, Johannes de Doper, Marcus Antonius, Henry VIII, Michelangelo en God de Vader zelve gemeenschappelijk? Antwoord: ze werden allemaal op film vereeuwigd door Charlton Heston.

>>>

THEMA - UIT DE KUNST
Het spanningsveld van de kunstenaar


Een kunstschilder die in de tweede helft van de negentiende eeuw in het zog van het impressionisme op de kunstscène verschijnt, is Auguste Renoir. Deze Fransman die ongeveer 6000 schilderijen maakte, is echter niet de enige kunstenaar die Gilles Bourdos met de film Renoir in de verf zet.

>>>

THEMA - UIT DE KUNST
Genialiteit ondergedompeld in miserie


Quoth the raven: ‘nevermore’. Edgar Allan Poe schreef de beroemde dichtregel in 1845, en sindsdien heeft zijn raaf de populaire cultuur niet meer verlaten. Als zelfs The Simpsons je gedicht opnemen in hun Treehouse of Horrorreeks, weet je dat je het als dichter gemaakt hebt.

>>>

THEMA - UIT DE KUNST
Pop-art tot de tiende macht


Thierry Guetta is een Fransman die in Los Angeles een tweedehands kledingzaak heeft. Via via ontmoet hij een street art-kunstenaar en hij – notoir allesfilmer – springt bij en filmt alles. Meer street art-kunstenaars laten zich filmen. Een idee voor een documentaire is geboren. Maar er is iets loos. Guetta zal niet rusten voor hij alle kunstenaars heeft gefilmd. Hij ontmoet er veel. Maar er ontbreekt er een: Banksy, die intussen wereldberoemd is geworden met zijn ironische street art.

>>>

THEMA - UIT DE KUNST
Wie is er bang van Alfred Hitchcock?


In 2012, meer dan 30 jaar na zijn dood, verschenen er plots twee films over het leven van Alfred Hitchcock. Het mag een wonder zijn dat het zolang geduurd heeft. Hitchcock was een mysterieus man en een gedroomd object voor een biopic.

>>>

UIT HET ARCHIEF

Foto: Universal
RED DRAGON
Guess who's coming to dinner?
>>>