Als we Stephen Hawking mogen geloven wordt ons onmetelijke universum bevolkt door allerlei vreemde wezens (en hij kan het weten!). Bovendien zouden deze al dan niet zes potige, veelogige gedrochten maar beter niet tot bij ons geraken. Dat zou wel eens slecht kunnen aflopen voor de al zo fragiele mensheid.
Met de komst van de UFO-gekte na de vermeende crash van een ruimteschip in Roswell in 1947 begon ook Hollywoods fascinatie met het buitenaardse. En net zoals Orson Welles met zijn beruchte radiospel The War Of The Worlds een natie in paniek de straat opstuurde zal dit jaar de hele wereld in de ban zijn van E.T.'s en aliens.
Een overdaad aan films vol buitenaardse creaturen stormen, kruipen, glijden en glibberen op de bioscooptempels af. Van grote blockbusters tot onafhankelijk in elkaar gebokste mockumentaries; aliens zijn weer helemaal terug van nooit echt veel lichtjaren ver weggeweest.
De mythe van een UFO-invasie heeft altijd dienst gedaan als metafoor voor een vijand van buitenaf (buiten Amerika). In de jaren '50 doken geruchten op dat de nazi's vliegende schotels gemaakt hadden en de vele invasiefilms in de jaren '60 waren steevast moraliserende parabels over de Koude Oorlog.
In dat opzicht is het niet vreemd dat we vandaag opnieuw overspoeld worden door films over een technologisch superieure, allesoverheersende vijand. De dreiging van het terrorisme is globaal geworden. De enige vraag die zich stelt is: “kan de huidige generatie invasiefilms iets toevoegen aan een genre dat op zich al uitgemolken is?”
Guilty pleasure
De eerste film die bij ons de zalen haalde is de momenteel nog in enkele bioscopen spelende Skyline. Dit groteske, vaak ronduit idiote vehikel is een amalgaam van betere films als Cloverfield, War Of The Worlds en Monsters; overgoten met een flinke scheut Independence Day-saus.
De film werd geregisseerd door Colin en Greg Strause, twee broers die vooral bekend werden door hun visuele effecten (voor films als Avatar, The Curious Case Of Benjamin Button) en berucht omwille van hun regiedebuut: het abominabele Aliens vs. Predator: Requiem. Met deze film proberen ze het nog een keer; dit keer zonder inmenging van bemoeizuchtige studiobonzen.
Dat weerhield critici er echter niet van om de film met de grond gelijk te maken. Bordkartonnen personages; een absurd plot; geschifte creaturen en een knotsgekke finale die je (bijna) moet zien om te geloven. Zonder ons te willen verontschuldigen moeten wij echter toegeven dat we ons best hebben geamuseerd met Skyline. De film is misschien niet zo slecht dat het weer leuk wordt maar wij vonden Skyline een guilty pleasure, complete onzin maar daarom niet minder vermakelijk.
De grootste verdienste is nog wel dat de film met een relatief klein budget in elkaar werd gebokst. De broers maakten hun invasiefilm onafhankelijk en hielden de locaties (en cast) erg beperkt (alles speelt zich af in en rond een appartementsgebouw in het hart van L.A.). Voor een naar Hollywood-normen schamele tien (tot twintig) miljoen dollar creëren de broers Strause een belegerde stad van waaruit ontsnappen onmogelijk is. En dat ze dit realiseren met een flinke dosis spanning en suspense mag toch als een stap vooruit worden gezien... maar de nu al aangekondigde sequels hoeven voor ons niet zo nodig.
Buitenaardse overmacht
Net zoals de tentakelgedrochten uit Skyline beschoten worden door de dappere maar inadequate troepen van het Amerikaanse leger; zo zitten de makers gevangen in een spervuur van controverse. Nog voor ze aan de productie van hun eigen film begonnen werkten Colin en Greg Strause als effects supervisors aan nog een andere “buitenaardse” film. In Battle: Los Angeles wordt, net als in Skyline, L.A. aangevallen door een buitenaardse overmacht. Omdat de broers Strause hun prent eerder in de zalen wisten te krijgen, zijn de makers van Battle: L.A. terecht bang dat hun film nauwelijks een publiek zal weten te vinden. Ze vrezen alien fatigue.
Gelukkig bleek Skyline geen gigantisch succes en de critici maakten brandhout van het Strause-experiment. Budget-blockbusters zijn duidelijk nog niet meteen de nieuwste trend. En Battle: L.A. pakt het anders aan: in tegenstelling tot de irritante twintigers waar we in Skyline mee opgescheept zitten volgt Battle: L.A. enkele mariniers in de strijd tegen de invasie.
Aaron Eckhart (Harvey Dent/Two-face uit The Dark Knight) voert de cast aan in een prent die zichzelf omschrijft als “Independence Day meets Black Hawk Down”. De makers lieten zich inspireren door een incident in 1942 waarbij artillerievuur werd afgevuurd naar een onbekende vijand boven Los Angeles. Het bleek later om een vals alarm te gaan maar UFO-liefhebbers zagen er meteen een nakende buitenaardse invasie in.
2011 wordt ook het jaar waarin de grote blockbusters de alien hebben herontdekt. Kregen we in eerdere jaren slechts een of twee zomerfilms met bezoekers uit de ruimte voorgeschoteld dan moeten we er in 2011 een half dozijn achter de kiezen zien te krijgen. Het zal een bloedbad worden.
Heldendaden
In Transformers: Dark Of The Moon laat regisseur/ADHD pyromaan Michael Bay voor de derde keer zijn buitenaardse robots op ons los (en dat in 3D! U weze gewaarschuwd, epileptici!). De opvallend rustige en zelfs geslaagde teaser trailer toont hoe de astronauten bij de eerste maanlanding een gigantisch ruimteschip met aan boord “slapende” Transformers ontdekken. Het is een verhaallijn waarbij we ons afvragen hoe ze kan aansluiten bij de twee voorgaande films maar Bay lijkt dit keer wel iets te willen vertellen en slaat terechte mea culpa's bij het verguisde tweede deel.
Ook de superhelden van morgen verrichten hun heldendaden tot ver buiten onze atmosfeer. In Green Lantern wordt de arrogante brokkenpiloot Hal Jordan (Ryan Reynolds) ingelijfd bij het Green Lantern Corps; een intergalactische politiekracht. En in Thor; een van de twee Marvel-films in 2011 (de andere is het meer Indiana Jones-achtige Captain America), komt de titelheld uit de andere dimensie Asgard. Omdat Thor gelinkt moet worden aan de meer “realistische” Marvel-superhelden als Iron man en Hulk worden Asgard en zijn bewoners in deze versie gezien als buitenaards.
Spielbergiaans
Een van de meest geanticipeerde titels van 2011 is ongetwijfeld Cowboys & Aliens; Jon Favreau's stripverfilming over een buitenaardse aanval in het Wilde Westen. De eerste trailer toont hoe de makers bewust kozen om een echte western te maken; een bloedserieuze brok Americana waarin toevallig ook aliens opduiken. Hoewel de hoofdrol oorspronkelijk was weggelegd voor Favreau's Iron Man-acteur Robert Downey Jr. moest die wegens een te drukke agenda verstek laten gaan.
De rol ging uiteindelijk naar Daniel Craig en met zijn stoere attitude, ruige kop en doordringende blik lijkt hij perfect gecast als “Man Zonder Naam”; een van de meest iconische western-archetypes. Hij krijgt weerwerk van Harrison Ford en Olivia Wilde (Tron: Legacy). De trailer verraadt een bijna Spielbergiaanse aanpak; met personages wiens verbaasde blikken naar het luchtruim ongetwijfeld voorafgaan aan spectaculaire special effects en een knappe eerste aanval van de aliens; waarbij blauwe zoeklichten het western-stadje binnendringen. Meer van dat!
Bovenaardse bezoekers van een geheel ander allooi treffen we aan in Paul; het nieuwste wapenfeit ontsproten uit de popcultuurbreinen van de Britse komieken Simon Pegg en Nick Frost. Na zombies in Shaun Of The Dead en politiefilmclichés in Hot Fuzz is dit keer de mythe van de verborgen basis Area 51 aan de buurt.
In een regie van Greg Mottola (Superbad) verhaalt Paul over twee geeks die na een bezoek aan de San Diego Comic Con in de woestijn het titelpersonage ontmoeten. Paul is echter niet zomaar iemand: hij is een klein, groengrijs wezen uit de ruimte. Een E.T. voor South Park-liefhebbers. Seth Rogen spreekt de stem in van het compleet uit pixels opgetrokken “Marsmannetje” en de prent verkoopt zichzelf als een knotsgekke road trip waarbij de personages achtervolgd worden door “mannen in zwarte pakken”.
Vragen
Nog meer Spielberg én Area 51 in Super 8; het hermetisch afgesloten project van J.J. Abrams (Lost, Star Trek). Net zoals Cloverfield enkele jaren geleden is er amper informatie over deze productie en de teaser trailer (waarin een trein ontspoort en “iets” in een van de omgevallen wagons naar buiten breekt) roept meer vragen op dan antwoorden.
De Close Encounters Of The Third Kind-achtige shots en Spielberg als producent doen vermoeden dat het hier om een zusterproject van Spielbergs eigen War Of The Worlds uit 2005 gaat. Of misschien zelfs een project dat Spielberg ooit zelf in de jaren '70 wou maken; een film over kleine buitenaardse wezens die een slaperig stadje aanvallen (dat project muteerde uiteindelijk in Gremlins). Met Abrams weet je natuurlijk nooit en tussen alle met veel branie aangekondigde blockbusters zou dit wel eens de te kloppen underdog kunnen worden.
Spielberg kan maar niet genoeg krijgen van zijn transcendente vrienden (iets wat voor veel fans pijnlijk duidelijk werd na de aanwezigheid van grijze wezens in de laatste Indiana Jones-film). Dat bewijzen de vele films die hij in de volgende jaren produceert: I Am Number Four van D.J. Caruso (over een als tiener vermomde alien wiens eveneens op de aarde levende soortgenoten door een opponent worden vermoord); het eerder beschreven Transformers: Dark Of The Moon en Men In Black III. En dan hebben we het nog niet eens gehad over de nieuwe televisieserie Falling Skies waarin we de restanten van de mensheid volgen na een door de aliens gewonnen invasie.
Buitenaardse hel
Er is gelukkig niet altijd een megabudget nodig om de ultieme intergalactische strijd vorm te geven: in Extraterrestre van Nacho Vigalondo breekt de buitenaardse hel los als het hoofdpersonage net zijn droomvrouw heeft ontmoet. Vigalondo's vorige prent Timecrimes deed het bijzonder goed op festivals die de focus leggen op de Fantastische Film en onder genreliefhebbers is er nu al een enthousiasme voor deze quasi onbekende prent.
Na het succes van Paranormal Activity en de sequel is het zogeheten found footage-genre weer helemaal in. Oren Peli, de regisseur van de eerste Paranormal Activity, duikt later in het jaar op met Area 51; over tieners die binnendringen in de geheime basis in de Nevada-woestijn en er geconfronteerd worden met de wezens die er verborgen worden gehouden.
Dan is er ook nog Apollo 18. In de jaren '70 werd deze maanvlucht afgelast maar er gaan nog steeds geruchten dat deze ruimtevlucht wel degelijk doorging en dat de astronauten tijdens hun bezoek aan de maan een buitenaards schip ontdekten (inderdaad, zoals in Transformers 3!). Er zijn zelfs vermeende YouTube-filmpjes te vinden waarin de astronauten het interieur van het schip en een slapende (?) buitenaardse vrouw filmen. Timur Bekmambetov (Wanted) produceert.
En de aliens blijven komen: The Darkest Hour (over de gevolgen van een buitenaardse invasie in Rusland, met Emile Hirsch in een van de hoofdrollen); Earth Defense Force (Als we producent Sam Raimi mogen geloven: Top Gun meets Independence Day); Iron Sky (lowbudget pulp over nazi's op de maan!); de remake/prequel van The Thing én Battleship (gebaseerd op het bordspel Zeeslag; maar met een buitenaardse vijand).
Met al deze titels kan het niet anders dan dat er slachtoffers zullen vallen. Regisseur Roland Emmerich zag zijn lowbudget invasiefilm The Zone opgedoekt worden als gevolg van de overdadige concurrentie. Zijn prent werd in de kiem gesmoord een week voor de opnames begonnen.
We kunnen slechts hopen dat originaliteit en verhaal blijven primeren op derderangs creaturen en explosies. De kans dat al deze titels de verwachtingen zullen inlossen is erg beperkt. Maar in afwachting van het echte werk – een ontmoeting met buitenaards leven – kunnen we ons in de donkere zalen bekommeren over de vraag “Wat als...?”. En dan maar hopen dat er geen gigantisch ruimteschip de zon verduistert als we terug buiten komen.
Keep watching the skies!
Onthoud de naam: Gareth Edwards. De Britse schrijver-regisseur is voorlopig nog een nobele onbekende in Hollywood, maar daar is stilaan verandering in aan het komen.
De man werd door Legendary Pictures en Warner Bros. uitgekozen als regisseur voor een nieuwe Godzilla remake. Godzilla maakte voor het eerst zijn opwachting op het witte doek in 1954 in een door de Toho Film Company geproduceerde zwartwitfilm. In 1998 maakte Roland Emmerich nog een niet erg gesmaakte remake.
Edwards moet Godzilla de nieuwe eeuw inloodsen. Wie een idee wil krijgen van zijn manier van werken, moet snel zijn debuutfilm Monsters bekijken, die op enkele genrefestivals hoge ogen scoorde en vanaf februari ook op import-dvd verkrijgbaar is.
Monsters is een ijzersterke alien invasion film die ironisch genoeg niet op zijn titelpersonages focust. Sterker nog: de monsters waarvan sprake flitsen gedurende de hele film maar enkele keren over het scherm en maken vooral offscreen amok.
Tot Edwards ze in een geniale eindscène in en rond een tankstation toch ten tonele voert. Dat adembenemend mooie einde doet erg denken aan de slotsequentie van The Mist, maar dan zonder het grimmige cynisme dat regisseur Frank Darabont aan Stephen Kings originele novelle toevoegde.
Opmerkelijk is dat Edwards zijn monsterfilm haast improviserend uit de mouw schudde. Samen met zijn twee hoofdacteurs (Whitney Able en Scoot McNairy) trok hij doorheen verlaten landschappen en locaties. De film kostte slechts 800.000 dollar, inclusief de monumentale eindscène waar de monsters door beeld schuifelen.
De sterkte van Monsters ligt ‘m in de suggestieve commentaar die Edwards lijkt te geven op waar de mensheid aan toe is. Niet toevallig heeft de Amerikaanse overheid een gigantische muur neergepoot op de grens met Mexico, waar de buitenaardse wezens zes jaar eerder met hun ruimtetuig neerstortten. In die optiek doet de film denken aan dat ander monsterkoopje van vorig jaar: District 9 waarin regisseur Neill Blomkamp de aliens gebruikte als aanklacht tegen rassenhaat.
Net als de broers Colin en Greg Strause (Skyline) maakt Edwards dus films met een klein budget. Maar zijn ongedwongen, rustige aanpak onderscheidt hem van de adhd-generatie die tegenwoordig achter de camera’s staat. Met rustige, lange shots neemt hij zijn tijd om een verhaal te vertellen waarin gevoelens belangrijker zijn dan effecten.
Edwards wilde Monsters gebruiken als visitekaartje om door te stoten tot de hogere regionen van Hollywood. Daar is hij met grote onderscheiding in geslaagd. Als hij trouw blijft aan zijn eigen stijl, wordt hij een hele grote. Tenzij een monster genaamd Godzilla hem al meteen verslindt en verscheurt.
Hans Dewijngaert