Als een filmpersonage is de huurmoordenaar onuitroeibaar gebleken wat blijkt uit Anton Corbijns The American, Joe Wrights Hanna en de remake van The Mechanic. Het beroep heeft lang tot de verbeelding gesproken en toont de ambigue fascinatie die de kijker heeft voor dit dubieuze karakter.
De huurmoordenaar duikt voor het eerst op in film noirs en misdaadfilms zoals Robert Siodmaks The Killers (1948) of Irving Lerners Murder by Contract (1958). Als figuur past het perfect in het fatalistische wereldbeeld van dat genre, waar niemand te vertrouwen is en het ieder voor zich is. De fascinatie voor de huurmoordenaar als hoofdpersoon groeit echter in de jaren zestig. Daarmee loopt het gebruik parallel aan filmische vernieuwingen, maar ook aan het doorbreken van taboes en het versoepelen van de filmcensuur.
Het personage is te typeren als een complete buitenstaander, een individualist in zijn meest pure vorm die wordt geportretteerd als eenling die emotionele banden met anderen vermijdt. Daarnaast is het personage zich bewust van de oppervlakkigheid en schijnheiligheid van de wereld om hem heen.
Een man alleen
Het prototype van de huurmoordenaarsfilm werd in 1967 gemaakt door Jean-Pierre Melville met Le Samouraï. Alain Delon is in de film de zwijgzame Jef Costello die als een schim door de Parijse straten loopt, zich minutieus voorbereidt en vervolgens beheerst zijn slachtoffers vermoordt. Melville maakt van Costello meer dan alleen een crimineel en bouwt in subtiele scènes empathie op met deze koelbloedige prof die leeft als een moderne kluizenaar.
Hij weet door een verwijzing naar een citaat uit de Bushido (de erecode van de Samoerai) Costello iets nobels mee te geven dat contrasteert met de losse onderwereldmores waar hij uiteindelijk het slachtoffer van wordt. Er is al veel gezegd en geschreven over de scènes waar Melville Costello’s kale kamer toont als een afspiegeling van zijn eenzame conditie. Zo was voor regisseur Paul Schrader Costello in die scènes een existentialistische held. Hij zou hem later als voorbeeld gebruiken voor zijn antihelden in Taxi Driver en American Gigolo.
Schraders observatie is te begrijpen voor wie de film in een wat bredere Franse culturele context plaatst. Costello is een soortgenoot van Arthur Meursault in Albert Camus’ roman L’étranger, maar ook van de zakkenroller Michel in Robert Bressons film Pickpocket. Hij is bij uitstek de eenzame moderne man in een tijdperk, waar zingeving is weggevallen en er een moreel vacuüm is.
Natuurlijke selectie
In 1967 verscheen de Japanse equivalent van Jef Costello in de vorm van Goro Hanada in Seijn Suzuki’s Branded to Kill. Net als Melville toont Suzuki een prof aan het werk. In wat bizarre scènes blijkt Hanada’s expertise uit het gebruik van onconventionele methoden. Hij maakt echter een fatale fout en wordt zelf het doelwit van een groep huurmoordenaars.
Suzuki wekt in tegenstelling tot Melville weinig sympathie op voor zijn gewelddadige hoofdpersoon. Het is een bruut die zijn vrouw slaat en mishandelt. Hij is geobsedeerd door zijn vak, maar zijn leven is leeg. Als contrast hanteert Suzuki een vlotte en springerige stijl die is afgekeken van de nouvelle vague. Dit viel echter niet in goede aarde bij de bazen van Nikatsu (de studio die de film produceerde) en kostte Suzuki zijn baan. Wat de film nog steeds tot een klassieker maakt is de bijna onwerkelijke stilering van geweld. De inventieve shots vormden een staalkaart voor veel Aziatische navolgers, maar ook Jim Jarmusch’s Ghost dog.
De spanning van de jacht
Films over huurmoordenaars hebben vaak dezelfde vorm en inhoud. Wat opvalt is de tegenstrijdigheid van de rol. Enerzijds een schijnbaar onafhankelijke speler, anderzijds een deel van een groter systeem. De opkomst van het personage lijkt samen te vallen met de professionalisering en bureaucratisering van de georganiseerde misdaad en de groei van de anonieme en clandestiene macht van geheime diensten en internationale ondernemingen. Dit zie je terug in Three Days of the Condor, The Parallax View en recentelijk in Michael Clayton en The International. De huurmoordenaar is in die context een sluwe freelancer, een vrije agent op de competitieve vrije markt van geweld.
De rol van de opdrachtgevers is vaak schimmig en kwaadaardig. Als de huurmoordenaar de antiheld is dan is de organisatie of het systeem het onscrupuleuze kwaad dat bepaalt wie sterft en wie vervangbaar is. Op narratief vlak is dit terug te zien in het verhaalsjabloon waarbij een opdracht geweigerd wordt en de hoofdpersoon daarmee te maken krijgt met de toorn van zijn superieuren. Deze dubbele relatie komt terug in films zoals Luc Bessons Nikita, Ghost Dog en The American.
De stilering van het vak is ook een veelvoorkomend element. Scènes waarin iemand de voorbereidingen treft zoals Edward Fox in The Day of the Jackall of Jean Reno in Leon. Het zoeken van de juiste plek, het in elkaar zetten van een wapen, het volgen van het doelwit en het plotselinge schot. Het is de spanning van de jacht die wordt opgeroepen.
De details werken als geweldsfetisj: het uitspannen van pianodraad, het draaien van een geluidsdemper op een wapen en het scherpe mes dat over de strot van een slachtoffer glijdt . Het is het verboden genot van de snelle en geruisloze moord om een modern jagersinstinct te lessen.
Postmoderne ontwijkingmanoeuvres
Als reactie op het beeld van de huurmoordenaar als nobele vakman wordt in de jaren negentig in films als Pulp Fiction en Fallen Angels gespeeld met het personage. Er is meer ruimte voor banaliteit en de humor en het existentialisme maakt plaats voor ironie. In Pulp Fiction gebruikt Tarantino John Travolta en Samuel L. Jackson als tragikomische schlemielen die zich meer lijken te bekommeren om fastfood dan hun doelwitten. Het moorden wordt daardoor ontdaan van zijn spanning, maar ook van zijn dramatische betekenis.
In diezelfde periode deconstrueert Wong Kar-Wai het personage. In Chungking Express wordt een agent verliefd op een vrouwelijke huurmoordenaar die wordt verraden door haar baas. De melancholieke killer in Fallen Angels is deels een romantische en übercoole antiheld als je Kar-Wai’s slowmotion shots moet geloven. Hij baant zich schietend een weg naar zijn doelwit zoals in de films van John Woo. Kar-Wai stelt dit beeld echter ook ter discussie. In een meesterlijke scène komt de killer toevallig een oud klasgenoot tegen. Zij hebben het kort en nostalgisch over vroeger zonder dat de killer iets prijsgeeft over zijn beroep. Het alledaagse botst met het romantische beeld van de moordenaar.
De relativerende en postmoderne behandeling heeft een hele golf van komische huurmoordenaars opgeleverd. In The Big Hit kan een superaardige Mark Wahlberg alleen zijn geld verdienen met moorden en killer John Cusack bezoekt in Grosse Point Blank een reünie van zijn school, terwijl hij probeert om niet te worden gedood door een concurrent. Deze genre spin-off komt nog steeds voor ook al zijn de resultaten (Mr. & Mrs. Smith, The Matador en Killers) niet altijd even geslaagd.
Moord als vakmanschap
Dat de traditionele huurmoordenaar nog niet helemaal is afgeschreven blijkt uit de Bourne-films en Anton Corbijns minimale The American. The Bourne-films hebben vooral door montage en het tempo een nieuw soort actiefilm gecreëerd waar het karakter is heruitgevonden in een nieuwe snelle hyperstilering.
The American is van een heel ander kaliber en lijkt op een moderne versie van Le Samouraï. De lange en bijna geluidloze shots van Clooney die wapens maakt, zijn zeker voor een mainstream en op spektakel belust publiek gewaagd. The American valt echter door de mand door het gebruik van stereotiepe personages: de prostitué waar Clooney onvermijdelijk op valt, de getroebleerde priester die komt met wijze woorden en Clooney’s baas die niet te vertrouwen is. Corbijn dikt dit aan met banale symboliek en toont daarmee de doorzichtigheid van het geïdealiseerde beeld van de huurmoordenaar dat overkomt als een sjabloon. Dat de film toch succesvol was, vertelt veel over wensbeelden die blijkbaar nog niet zijn verdwenen bij het publiek.
Wie uiteindelijk wakker geschud wil worden door de echte gruwelen van het vak kan het wagen om de documentaire El Sicario: Room 164 te zien. Geheel opgenomen op een hotelkamer, vertelt een anoniem gemaakte professionele huurmoordenaar over zijn vak en de drugsoorlog in Mexico.
Met simpele tekeningen illustreert hij de meeste effectieve martelpraktijken en moordmethoden. Terwijl de kijker de intieme getuige is van zijn bekentenissen wordt het vak langzaam ontdaan van zijn romantiek. Wat overblijft, is de grootscheepse corruptie, de agressieve zelfverrijking en de verdovende immoraliteit die het mogelijk maken dat iemand van moorden zijn vak kan maken. Het is een ontnuchterende ervaring en het ideale tegengif voor de idealisering van het personage van de huurmoordenaar.
Planeet Cinema is een online filmmagazine. We bekijken films zonder grenzen: oud of nieuw, populair of obscuur.
We geven graag nieuw schrijftalent de kans om online te publiceren.
Planeet Cinema beschikt over een uitgebreid archief van meer dan 6.000 artikelen sinds 1993.
HOME
RECENSIES
ACHTERGRONDEN
FESTIVALS
KLASSIEKERS
Met de hulp van een historica draaide de Franse regisseur Bruno Nuytten in 1988 een biopic over een van Frankrijks meest bekende vrouwelijke kunstenaars uit de negentiende eeuw. De gelijknamige film vertelt haar tragische levensverhaal begeleid door de dramatische muziek voor hoofdzakelijk strijkers van componist Gabriel Yared.
>>>
Quizvraagje voor bij de barbecue: wat hebben Mozes, Johannes de Doper, Marcus Antonius, Henry VIII, Michelangelo en God de Vader zelve gemeenschappelijk? Antwoord: ze werden allemaal op film vereeuwigd door Charlton Heston.
>>>
Een kunstschilder die in de tweede helft van de negentiende eeuw in het zog van het impressionisme op de kunstscène verschijnt, is Auguste Renoir. Deze Fransman die ongeveer 6000 schilderijen maakte, is echter niet de enige kunstenaar die Gilles Bourdos met de film Renoir in de verf zet.
>>>
Quoth the raven: ‘nevermore’. Edgar Allan Poe schreef de beroemde dichtregel in 1845, en sindsdien heeft zijn raaf de populaire cultuur niet meer verlaten. Als zelfs The Simpsons je gedicht opnemen in hun Treehouse of Horrorreeks, weet je dat je het als dichter gemaakt hebt.
>>>
Thierry Guetta is een Fransman die in Los Angeles een tweedehands kledingzaak heeft. Via via ontmoet hij een street art-kunstenaar en hij – notoir allesfilmer – springt bij en filmt alles. Meer street art-kunstenaars laten zich filmen. Een idee voor een documentaire is geboren. Maar er is iets loos. Guetta zal niet rusten voor hij alle kunstenaars heeft gefilmd. Hij ontmoet er veel. Maar er ontbreekt er een: Banksy, die intussen wereldberoemd is geworden met zijn ironische street art.
>>>
In 2012, meer dan 30 jaar na zijn dood, verschenen er plots twee films over het leven van Alfred Hitchcock. Het mag een wonder zijn dat het zolang geduurd heeft. Hitchcock was een mysterieus man en een gedroomd object voor een biopic.
>>>