In een tijdperk waarin films genadeloze zoeklichten op handel richten (Syriana, Margin Call), kan het geen kwaad om eens te kijken hoe bazen vroeger in films figureerden. Opmerkelijk is dat deze hardwerkende karakters meestal een stuk eigenzinniger worden geportretteerd dan moderne bazen.
In Il Caso di Mattei (1972) volgen we een reconstructie van het leven van de Italiaanse 'staatsoliehandelaar' Enrico Mattei, die begint met vier veldjes methaangas en vervolgens een belangrijke speler wordt over de hele wereld – temeer hij zich niet veel aantrekt van hoe het oliespel door de grote bedrijven wordt gespeeld, of zelfs hoe ministers en presidenten het willen doen. Hij had zijn eigen visie.
Hij gruwde van particuliere oliebedrijven en hun gemene spelletjes. ‘De zeven zusjes’ noemde hij ze. Daarom ging hij rechtstreeks olie importeren vanuit de armste Arabische landen en de Sovjet-Unie in de jaren zestig – tegen alle politieke verhoudingen in. Het land dat de oliereserves bezat, verdiende bij hem driekwart van de opbrengst. Het maakte hem rijk en populair. Een ‘staat in een staat’ werd ENI genoemd.
Ik viel enorm voor het charismatische spel van Gian Maria Volonté als Mattei, prachtig mysterieus gefilmd door Francesco Rosi. Het is fascinerend om zo'n rebels persoon te zien in een tijd dat het vermoedelijk makkelijker kon dan nu. Echt eerlijk ging dat trouwens niet. Hij kocht alles en iedereen om zijn doelen te bereiken. Vliegen er in Joegoslavië Migs langs zijn vliegtuig, dan is een telefoontje naar de minister voldoende om ze te laten omkeren.
Met dit portret wint Mattei de harten van de objectieve kijkers. Zo biedt een burgemeester hem in tranen een bijna failliet textielbedrijf aan en zegt Mattei met spijt: 'Sorry, maar een rotte appel kan mijn mand vol gezonde appels niet gebruiken.' Een kritische journalist laat hij niet met geweld de mond snoeren. Nee, hij neemt de beste man een paar dagen mee de woestijn in en boortorens op, om te laten zien wat zijn baan inhoudt.
Zoete spot
Een ander type leider is C.R. Macnamara in One, Two, Three van Billy Wilder (1961). Deze baas van een Berlijnse Coca Cola-fabriek heeft vooral oog op wat voor hem welgevallig uitpakt. C.R. Macnamara is geen groots ondernemer als Mattei, integendeel, idealen zijn hem vreemd. Snauwen en bevelen uitdoen, daar is hij goed in. Het meest blij daarmee is zijn hondstrouwe onderdirecteur, die het niet kan nalaten elke keer te klikken met zijn hielen.
Wat hij dan niet kan gebruiken, is een recalcitrant meisje. Macnamara wordt voor het blok gezet als de loopse dochter van een van zijn bazen aan de haal is gegaan met een Oost-Duitser. Macnamara moet die socialistische Duitser niet alleen veranderen in een kapitalist, maar ook nog eens alles regelen voor een huwelijk. En dat voor morgen. En dat voor promotie.
Dan blijkt dat er ook een moment is dat hij een grootse manager kan zijn. Hij verandert dan in de beste manager die het bedrijf ooit heeft gehad. Hij neemt in vierentwintig uur betere beslissingen dan in de rest van zijn loopbaan.
Billy Wilder slaagt erin om ons aldoor te laten lachen om de spanning van de koude oorlog, die we nu zijn vergeten, maar die veertig jaar de wereld bloedernstig in zijn greep had. De spot is zeer zoet in deze film, van Oost-Duitse auto's die tijdens een achtervolging uit elkaar vallen, tot de opmerking 'Als het kind achttien is, laten we het zelf beslissen of het kapitalist of communist wordt'.
De film is gemaakt in het jaar dat de muur werd gebouwd. In de film was het nog een eitje om Oost-Berlijn in te rijden, een paar flesjes cola waren voldoende. Dat bleek in het echt al niet meer zo te zijn. De crew arriveerde op een dag bij de Brandenburger Tor en kwam erachter dat er een muur werd gebouwd. Gelukkig hadden de Bavaria studio's in München een kopie van de Brandenburger Tor, die dan ook voor de laatste passages werd gebruikt.
Carrièreladder
Jonathan Shields combineert iets van Mattei en Macnamara tezamen (Kirk Douglas in The Bad and the Beautiful, 1952). Hij heeft wel idealen, een mooie speelfilm maken, maar de films die hij maakt, moeten zijn eigen benefiet stimuleren. Wie op de carrièreladder boven hem staat, is de klos. Een soort Gordon Gekko van de jaren vijftig (en geestig genoeg is Kirk Douglas de vader van de man die Gordon Gekko speelde).
Mensen gebruiken voor eigen belang gaat beginnende producer Shields gemakkelijk af en dus is hij iemand voor wie de carrièreladder automatisch uitschuift. Binnen de kortste keren zit hij op de stoel van zijn eigen productiemaatschappij. De vorige producer is zijn loopjongen geworden.
Maar bij succes horen opofferingen. Zijn maatje de regisseur, zijn vriendin de actrice, en zijn kennis de schrijver; alle drie door hem vorstelijk behandeld en alle drie na bewezen diensten bij het grofvuil gezet. Of Shields zelf met zijn wangedrag worstelt, blijft duister. Hij is in elk geval zakelijk genoeg om het niet te laten merken.
Shields is geen schurk, hij is best menselijk, vooral als hij moet doorzetten om iets te bereiken, zoals met een actrice die niet in haar kwaliteit gelooft. Andere betrokkenen zien haar niet zitten. Maar Shields gelooft erin. Hij praat met haar, uren en uren, en na het praten volgt uiteraard ook het beminnen. Ze raakt verliefd en begint te geloven in haar talent. De film wordt een succes. En dan, op de dag van de première, ligt hij al in bed met een ander.
REEKS (11) - CAMERA OBSCURA
In deze reeks bespreekt Bob van der Sterre elke aflevering een aantal thematisch gelinkte films. Hoe aparter, ouder en obscuurder, hoe liever hij ze heeft.
Planeet Cinema is een online filmmagazine. We bekijken films zonder grenzen: oud of nieuw, populair of obscuur.
We geven graag nieuw schrijftalent de kans om online te publiceren.
Planeet Cinema beschikt over een uitgebreid archief van meer dan 6.000 artikelen sinds 1993.
HOME
RECENSIES
ACHTERGRONDEN
FESTIVALS
KLASSIEKERS
Met de hulp van een historica draaide de Franse regisseur Bruno Nuytten in 1988 een biopic over een van Frankrijks meest bekende vrouwelijke kunstenaars uit de negentiende eeuw. De gelijknamige film vertelt haar tragische levensverhaal begeleid door de dramatische muziek voor hoofdzakelijk strijkers van componist Gabriel Yared.
>>>
Quizvraagje voor bij de barbecue: wat hebben Mozes, Johannes de Doper, Marcus Antonius, Henry VIII, Michelangelo en God de Vader zelve gemeenschappelijk? Antwoord: ze werden allemaal op film vereeuwigd door Charlton Heston.
>>>
Een kunstschilder die in de tweede helft van de negentiende eeuw in het zog van het impressionisme op de kunstscène verschijnt, is Auguste Renoir. Deze Fransman die ongeveer 6000 schilderijen maakte, is echter niet de enige kunstenaar die Gilles Bourdos met de film Renoir in de verf zet.
>>>
Quoth the raven: ‘nevermore’. Edgar Allan Poe schreef de beroemde dichtregel in 1845, en sindsdien heeft zijn raaf de populaire cultuur niet meer verlaten. Als zelfs The Simpsons je gedicht opnemen in hun Treehouse of Horrorreeks, weet je dat je het als dichter gemaakt hebt.
>>>
Thierry Guetta is een Fransman die in Los Angeles een tweedehands kledingzaak heeft. Via via ontmoet hij een street art-kunstenaar en hij – notoir allesfilmer – springt bij en filmt alles. Meer street art-kunstenaars laten zich filmen. Een idee voor een documentaire is geboren. Maar er is iets loos. Guetta zal niet rusten voor hij alle kunstenaars heeft gefilmd. Hij ontmoet er veel. Maar er ontbreekt er een: Banksy, die intussen wereldberoemd is geworden met zijn ironische street art.
>>>
In 2012, meer dan 30 jaar na zijn dood, verschenen er plots twee films over het leven van Alfred Hitchcock. Het mag een wonder zijn dat het zolang geduurd heeft. Hitchcock was een mysterieus man en een gedroomd object voor een biopic.
>>>