Meteen naar de tekst springen

INDEX >> ACHTERGRONDEN >>

THE HOBBIT: AN UNEXPECTED JOURNEY
Daarheen En Weer Terug...

 

Kenny De Maertelaere | 15/12/2012


Share/Bookmark

Toen in het begin van de eenentwintigste eeuw; niet lang na de val van die twee torens in New York, de eindejaarsperiode werd opgefrist door het eerste luik in de Lord Of The Rings trilogie – The Fellowship Of The Ring – brak er een fangebeuren aan dat sinds de oorspronkelijke Star Wars-film zelden was gezien. Bioscopen stroomden vol; ellenlange rijen hielden wacht aan de cinemazalen en fantasy in de film was plotsklaps een genre om rekening mee te houden. Mensen eisten escapisme!

En deze filmrecensent werd opnieuw halsoverkop verliefd op het medium film.

The Fellowship Of The Ring (en de twee films die volgden) toonden alle andere regisseurs dat het mogelijk was om groots te denken, dat de beperkingen achterhaald waren, dat alles kon en mocht... en dat je daarbij een goed verhaal en boeiende personages niet hoeft te negeren. De films ademden geloofwaardigheid, enthousiasme en ongeëvenaarde verbeelding uit. En Peter Jackson, die bij het grote publiek quasi onbekende Nieuw-Zeelandse horrorregisseur met slechts een handvol films op zijn CV, werd een wereldster.

Het is ondertussen tien jaar na de release van de tweede film in de trilogie (The Two Towers) en de filmwereld ziet er helemaal anders uit. Velen ondernamen dappere en wanhopige pogingen om het succes van de Rings-films te evenaren. Sommigen slaagden; anderen faalden jammerlijk. Technologische innovaties werden schering en inslag en het 3D-debat raast nog steeds.

Zingende dwergen
In Wellington, Jacksons thuisbasis in Nieuw-Zeeland, groeide het plan om de prequel – het verhaal dat aan The Lord Of The Rings voorafgaat – naar het scherm te brengen. Maar Tolkiens The Hobbit is een klein (kinder)boekje met een andere toon dan Rings; meer speels dan dreigend; vol subtiele Engelse woordgrapjes; zingende dwergen en aardmannen. Niet bepaald voer voor epische heldendichten dus.

Een andere regisseur (Guillermo del Toro) werd aangezocht. Zijn plan was om zijn eigen stempel op het geheel te drukken maar om daarbij toch de films aan Jacksons eerste trilogie te linken. Een vermoeiend pre-productieproces vol wettelijke beslommeringen, maagzweren, acteurswissels en meer zorgden ervoor dat del Toro uiteindelijk eieren voor zijn geld koos en vertrok. Zijn naam blijft aanwezig als een van de scenaristen maar er zat voor Jackson niets anders op dan de film zelf te gaan maken.

Twee geplande films werden er drie; het verhaal werd uitgebreid met aanvullende informatie uit Tolkiens ander werk en de meest controversiële beslissing van allemaal - de (beperkte) release van de film in 48 beeldjes per seconde (in plaats van de gebruikelijke 24) – werd na een korte testvertoning eerder dit jaar middelmatig (zelfs eerder negatief) onthaald.

Voor alle duidelijkheid: omdat wij bij Planeet Cinema de film los van de technologische discussie wensten te beoordelen, zagen we de film op de meest conservatief mogelijke manier: in 2D én in vierentwintig beeldjes. Een tweede zitting zoals Jackson de film bedoeld heeft volgt ongetwijfeld later nog maar in deze recensie willen we het exclusief over de film hebben.

Het verdict: The Hobbit is geen The Lord Of The Rings. De toon is – zoals verwacht – lichter; de grapjes idioter (al slopen die er in Jacksons versies van The Lord Of The Rings ook in); de deus ex machina's stapelen zich op (al is dat natuurlijk ook de verantwoordelijkheid van Tolkien; in wiens verhalen tovenaars, adelaars en dergelijke op het laatste nippertje reddingsacties uitvoeren) en de opeenhoping van digitale effecten is zo immens dat het zelfs in 2D overweldigend dreigt te worden.

Heel soms is de druk om de releasedatum te halen zichtbaar: de effecten in de scène waarin tovenaar Radagast op zijn door konijnen voortgetrokken slede wordt achtervolgd door Orks op Wargs - een soort van wolven op steroïden - zijn ondermaats. Ook het feit dat de oudste acteurs uit de cast (Ian Holm en Christopher Lee die terugkeren naar hun rollen als respectievelijk de oude Bilbo en tovenaar Saruman) hun scènes in London voor een greenscreen moesten opnemen omdat ze te oud zijn om naar Nieuw-Zeeland te reizen valt af en toe teveel op. De naden zijn hier en daar zichtbaar en dat is natuurlijk erg jammer.

Ook enigszins weg is de verdiende epische pracht van de eerste trilogie en de opgejaagdheid; het belang van de queeste.

Raadsels in het donker
The Lord Of The Rings is een verhaal over verlies van onschuld; The Hobbit is een verhaal over het vinden van moed. In The Lord Of The Rings hangt het lot van de wereld af van de beslissingen van de personages; in The Hobbit willen de dwergen weinig meer dan hun berg vol goud terug.

Jackson geeft tevens toe aan de excessen waar hij sinds Return Of The King en King Kong zo bekend voor is. Alles moet grootser, langer, wilder en gewoonweg gekker zijn. De jonge gast die buitenaardse trollen groene pus liet kotsen in zijn debuutfilm Bad Taste is nog steeds ergens aanwezig; for better or worse.

Zinkt de moed u nu in uw schoenen en denkt u dat The Hobbit een grote flop is geworden dan willen we u meteen weer geruststellen: The Hobbit is nog steeds superieur entertainment.

Van de indrukwekkende proloog waarin de geschiedenis van de Dwergen uit de doeken wordt gedaan en hun kennismaking met de hier slechts subtiel getoonde draak Smaug tot de waanzinnige, kolderieke actiesequentie in het fantastische Goblin Town is de prent een visueel feest. En als er al eens een effect klungelig lijkt dan vergeef je dat bijna meteen weer bij het volgende uitstekend vormgegeven creatuur dat opduikt.

Voor wie de voorbije maanden op Mars heeft geleefd het verhaaltje dan maar: de van zijn rustig leven genietende hobbit Bilbo Baggins krijgt op een zonnige dag bezoek van tovenaar Gandalf die hem uitnodigt om met hem op avontuur te gaan. Bilbo weigert maar krijgt 's avonds bezoek van maar liefst dertien dwergen die zijn keuken leegeten en liedjes zingen. Na enige twijfel besluit Bilbo toch met hen mee te gaan en dat is het begin van een verhaal boordevol confrontaties met moordzuchtige wezens; dreigende natuurelementen en vooral... raadsels in het donker.

Levensgevaarlijke moordenaar
Dit eerste deel in Jacksons Hobbit-trilogie behelst amper zes hoofdstukken uit het boek waarop de film gebaseerd is en je merkt als kijker wel dat alle scènes langer duren dan noodzakelijk. Maar dat hoeft niet noodzakelijk negatief te  zijn. Jackson en zijn coscenaristen Fran Walsh (tevens Jacksons eega), Philippa Boyens en Guillermo del Toro wentelen zich graag in de leefwereld van deze personages en hopen dat de kijkers daar graag met hen vertoeven. Voor een publiek waarvoor het “rap moet gaan” hebben zij geen geduld.

Vergeet echter de opmerkingen van vele criticasters dat de dwergenscènes aan het begin een eindeloze opeenhoping zijn van infantiele scheet- en boergrapjes. Die elementen zijn onmiskenbaar aanwezig maar dienen een doel: om Bilbo's groeiende ongemakkelijkheid met deze boertige figuren te vergroten. Ons stoorde dit allerminst. Ook de twee liedjes (het eerste opgewekt en licht; het tweede dreigend en mysterieus) zijn allesbehalve vervelend.

Eens de groep op pad gaat komt het verhaal op gang en hoewel de trollenscène (waarin Bilbo dreigt gekookt te worden door drie praatgrage trollen) ineens wel een beetje teveel wegglijdt in kinderachtige onderbroekenlol krijgt Jackson de teugels steeds meer in handen.

De aanwezigheid van tovenaar Radagast lijkt dan weer een overbodig subplot maar heeft een plaats in het grotere geheel en ook het bezoek aan Rivendel is een welkome verpozing. Daarna snelt de film in rechte lijn naar een wilde derde act. Het gevecht tussen de uit rots gehouwen reuzen is prachtig en het daaropvolgende bezoek aan Goblin Town is een van de hoogtepunten uit de film. Deze ondergrondse woonst van de Aardmannen, boordevol griezelige, pulserende Gremlins-achtige monstertjes die zich voortbewegen over smalle bruggetjes boven hallucinante ravijnen en spelonken is een zicht om nooit meer te vergeten. De toon blijft ook hier licht maar het wordt onze helden niet gemakkelijk gemaakt om aan deze insectachtige wezens en hun vulgaire koning te ontsnappen.

De beste scène in de film – en tevens een van de beste scènes uit Jacksons volledige Tolkien-oeuvre – is die waarin Bilbo, gescheiden van zijn Dwergenvrienden, in de grot van oude bekende Gollum terechtkomt. Om te overleven moet hij deelnemen aan raadselspelletjes waarbij de twee personages elkaar aftasten; op zoek naar zwakheden. Het is ook het moment waarop Bilbo de beruchte Ring vindt. De scène is een prachtige dialoog; grappig en dreigend tegelijkertijd. Andy Serkis zet opnieuw - geholpen door misschien wel het beste voorbeeld van performance capture dat we al hebben gezien – een geniale Gollum neer. Er bestaat geen twijfel over het feit dat dit vuige schepsel een levensgevaarlijke moordenaar is maar de ontknoping van de scène is hartverscheurend.

De dertien Dwergen
Martin Freeman grijpt terug naar de humor die hij ook al in The Office liet zien maar meestal werkt het en zijn Bilbo (die heel even een bijrol in zijn eigen verhaal dreigt te worden) ondergaat een kleine maar vitale verandering. Vaak kwam de gedachte in ons op om deze film The Wizard te noemen want Gandalf komt evenveel aan bod als zijn in groei beperkte vriend. Gelukkig is Ian McKellen opnieuw uitstekend als de kwajongensachtige maar steeds alerte tovenaar. Zijn pretoogjes zijn nog niet gedoofd en het is ook hier weer een verademing om hem aan het werk te zien.

De dertien Dwergen zijn qua persoonlijkheden minder duidelijk te onderscheiden (al helpen de verschillende outfits; pruiken en baarden wel om ze te herkennen). Sommigen hebben zelfs geen zin tekst. Hopelijk komt daar in de volgende films verandering in. Springen er wel bovenuit: Richard Armitage als Thorin; de leider van de Dwergen en Ken Stott als zijn raadsman Balin. Die twee geven de film de broodnodige epische draagkracht en de flashback naar de Dwergenoorlog en de confrontatie met de Witte Ork Azog is een moment dat niet zou misstaan in een van de Lord Of The Rings-films.

Ook Cate Blanchett, Hugo Weaving en zoals eerder vermeld de negentigjarige Christopher Lee duiken opnieuw op en zelfs Elijah Wood mag nog even de behaarde voeten van Frodo aantrekken in een overbodige maar wel nuttige proloog die beide trilogieën nu al netjes aan elkaar koppelt.

Het ultieme oordeel over Jacksons Hobbit valt pas in de zomer van 2014 (als het derde deel There And Back Again in de zalen verschijnt) maar voorlopig zijn we voorzichtig in onze aanmoediging om deze vierde reis naar Midden-Aarde aan te durven. Fantasy-fans zullen hier ongetwijfeld van genieten en ook The Lord Of The Rings-liefhebbers zullen wellicht niet teleurgesteld zijn... alle anderen mogen zich verwachten aan het eerste deel van een spectaculair avontuur; als ze bereid zijn om het kind in henzelf op te zoeken. Niets is verder verwijderd van deze Hobbit dan cynisme.

Het laatste shot nodigt het publiek uit voor Kerstmis volgend jaar, want dan komt The Desolation Of Smaug; waarin het geschubde monster uit de proloog op de voorgrond treedt; in 's werelds zalen. Wij zullen er alvast bij zijn!

PLANEET CINEMA

Planeet Cinema is een online filmmagazine. We bekijken films zonder grenzen: oud of nieuw, populair of obscuur.

We geven graag nieuw schrijftalent de kans om online te publiceren.

Planeet Cinema beschikt over een uitgebreid archief van meer dan 6.000 artikelen sinds 1993.

 

HOME
RECENSIES
ACHTERGRONDEN
FESTIVALS
KLASSIEKERS

Twitter Facebook

 

THEMA

THEMA - UIT DE KUNST
Vrouw in een mannenwereld


Met de hulp van een historica draaide de Franse regisseur Bruno Nuytten in 1988 een biopic over een van Frankrijks meest bekende vrouwelijke kunstenaars uit de negentiende eeuw. De gelijknamige film vertelt haar tragische levensverhaal begeleid door de dramatische muziek voor hoofdzakelijk strijkers van componist Gabriel Yared.

>>>

THEMA - UIT DE KUNST
De beeldhouwer die niet wou schilderen


Quizvraagje voor bij de barbecue: wat hebben Mozes, Johannes de Doper, Marcus Antonius, Henry VIII, Michelangelo en God de Vader zelve gemeenschappelijk? Antwoord: ze werden allemaal op film vereeuwigd door Charlton Heston.

>>>

THEMA - UIT DE KUNST
Het spanningsveld van de kunstenaar


Een kunstschilder die in de tweede helft van de negentiende eeuw in het zog van het impressionisme op de kunstscène verschijnt, is Auguste Renoir. Deze Fransman die ongeveer 6000 schilderijen maakte, is echter niet de enige kunstenaar die Gilles Bourdos met de film Renoir in de verf zet.

>>>

THEMA - UIT DE KUNST
Genialiteit ondergedompeld in miserie


Quoth the raven: ‘nevermore’. Edgar Allan Poe schreef de beroemde dichtregel in 1845, en sindsdien heeft zijn raaf de populaire cultuur niet meer verlaten. Als zelfs The Simpsons je gedicht opnemen in hun Treehouse of Horrorreeks, weet je dat je het als dichter gemaakt hebt.

>>>

THEMA - UIT DE KUNST
Pop-art tot de tiende macht


Thierry Guetta is een Fransman die in Los Angeles een tweedehands kledingzaak heeft. Via via ontmoet hij een street art-kunstenaar en hij – notoir allesfilmer – springt bij en filmt alles. Meer street art-kunstenaars laten zich filmen. Een idee voor een documentaire is geboren. Maar er is iets loos. Guetta zal niet rusten voor hij alle kunstenaars heeft gefilmd. Hij ontmoet er veel. Maar er ontbreekt er een: Banksy, die intussen wereldberoemd is geworden met zijn ironische street art.

>>>

THEMA - UIT DE KUNST
Wie is er bang van Alfred Hitchcock?


In 2012, meer dan 30 jaar na zijn dood, verschenen er plots twee films over het leven van Alfred Hitchcock. Het mag een wonder zijn dat het zolang geduurd heeft. Hitchcock was een mysterieus man en een gedroomd object voor een biopic.

>>>

UIT HET ARCHIEF

Rinkel
OFF SCREEN
TV-kijken kan de gezondheid schaden
>>>