Meteen naar de tekst springen

INDEX >> ACHTERGRONDEN >>

CAMERA OBSCURA
Horrorkinderen

 

Bob van der Sterre | 14/02/2013


Share/Bookmark

The Hunger Games is een enorme bestseller. De filmversie, uitgekomen in 2012, heeft al meer dan een half miljard dollar opgeleverd. Wie Battle Royale (2000) heeft gezien, weet hoe origineel The Hunger Games wel is. Wie Lord Of The Flies (1963) heeft gezien, weet nog meer. Maar er zijn meer films waarin kinderen (om verschillende redenen) horrorachtig zijn.

Het Spaanse eilandje Almanzora klinkt als een paradijselijk uitje voor twee Britse toeristen, Tom en Evelyn. Hij wil graag met zijn zwangere vrouw naar het eiland dat hij nog kent van vroeger.

Maar het eiland is verlaten. Er zijn geen bewoners, alleen maar kinderen. Tom hurkt neer bij een vissend jongetje aan de kade. ‘Wat ben je aan het vissen?’ vraagt hij, maar hij krijgt een lelijk gezicht als antwoord. De cafés, de hotels, de woningen blijken allemaal uitgestorven. Op de kinderen na.

De twee komen alsmaar niemand tegen maar ze houden het maar op toeval. Op vasteland is er feest, dus alle volwassenen zijn daarheen, en de kinderen redden zichzelf.  Waarom staat dan nog de grill aan in het café? Evelyn raakt geïrriteerd en Tom probeert geforceerd de stemming positief te houden.

Dan leren ze de gruwelijke werkelijkheid. Er is nog maar een devies: vertrekken, en wel nu. Maar dat is zo makkelijk nog niet. De telefoon werkt niet, internet was er nog niet. Er is wel een auto. Wat te doen op een eiland met een auto? En wat als je voor een groep kinderen staat met je auto? Wie kan nou een kind doden?

Bezeten kinderen
Het succes van Who Can Kill A Child? (ook wel Quién Puede Matar A Un Niño? of Island Of The Damned) zit hem door heel veel weg te laten en de spanning met stiltes de ruimte te geven. De verbouwereerde ogen van Tom en Evelyn maken de film geloofwaardig, terwijl het doorgaans zwakke acteerwerk van kinderen hier niet opvalt. Kortom: horrorvakmanschap uit 1976 van de Spaanse regisseur Narciso Ibáñez Serrador. Neem de verfilming van een gruwelijke variant van een kinderspelletje. Of het fenomenale shot van een lijk in een winkeltje, zo subtiel dat je het bijna mist.

Wie meent dat het pretentieloze pulp is, zou Ibáñez Serrador diep krenken. De boodschap is dat de bezeten kinderen wraak nemen voor alle kinderslachtoffers in oorlogen. Dat is nauwelijks een spoiler. Al in de eerste beelden van de film zien we allerlei gruwelijke beelden van oorlogsslachtoffers. ‘Holocaustslachtoffers? In de eerste minuut van de film? Ben je gestoord? Welke film doet dat nou?’ Dat hoor je de Hollywoodagent aan wie de film gepitcht wordt al zeggen. Het verklaart wel een beetje waarom regisseur Ibáñez Serrador in zijn loopbaan maar twee films níet voor de televisie maakte, terwijl zijn talent overduidelijk is.

De film is in zekere zin ook een gruwelijk kindje van zijn eigen tijd, want zulk engagement was erg in de mode in de jaren zeventig, maar de spanning is niet gedateerd. De film had een klassieker moeten zijn. Het idee is niet alleen voortreffelijk uitgewerkt, er wordt ook nog eens voortreffelijk gespeeld, de muziek is prima, en je zit als kijker aldoor in de rats.

Diepgewortelde haat
De kinderen in L’Argent de Poche (1976) zijn een stuk minder bloederig, maar ze halen nog altijd figuurlijk het bloed onder je nagels vandaan. Illegaal een filmzaal binnendringen, expres je mond houden in de klas omdat je weet dat de bel over vijf seconden gaat, geld jatten uit zakken van klasgenoten, het haar verprutsen van een zachtaardige klasgenoot en het geld voor de kapper zelf houden. Spijtig voor ‘vroegerromantici’ maar hier zijn ze al, de ettertjes.

Onschuldig misschien, maar achter die onschuld lijkt een diepgewortelde haat tegen de volwassen wereld te schuilen. Een van de incidenten in de film is tekenend. Een meisje maakt expres haar tas vies en wil die dan per se meenemen naar een etentje. Vader is zo goed om een ander tasje te opperen. Dat wijst ze af. Vader en moeder halen schouders op en laten haar dan achter. Ze opent een raam, pakt een megafoon en brult dat ze honger heeft en dat ze opgesloten zit. ‘Ongelooflijk hè, en haar vader zit bij de politie,’ verzucht een van de buren.

Zelfs de kleuters zijn vervelend! Een van de ergste dingen in de film is de kleuter die de zakken met spaghetti en rijst een voor een leegt over de vloer en daarna gevaarlijk uit het raam gaat hangen. Zucht.

Truffaut, de regisseur, lijkt te vinden dat we kinderen te veel ophemelen, maar fraaier dan de boodschap vind ik hoe in zijn scripts iedereen ertoe doet. De film is meer dan alleen een schets van een paar etterbakken. Je leert een hele buurt kennen. Zoals in veel films van Truffaut worstelen alle karakters met hun eigen specifieke verlangens. Het is interessant om te zien hoe subtiel hij dat in zijn scripts verweeft.

We herkennen de filmhand van Trauffaut vooral in de lichtvoetige passages, zoals wanneer het jongetje een grap probeert te vertellen en zich verslikt in zijn eigen humor. Truffaut geloofde niet zo in ‘slechte scènes’, hij geloofde in spontaniteit. Dat voelt documentair aan, maar om een andere reden dan waarom moderne films zo documentair aanvoelen. Die films willen de echter dan echtheid overtreffen. En L’Argent de Poche blijft in alle opzichten een speelfilm.

Misschien is de film af en toe een beetje te tafereelachtig, maar je staat als kijker toch versteld van het spel. Kinderen kunnen doorgaans waardeloos acteren. Deze Franse kinderen tonen hun schijnbaar natuurlijk aangeboren acteertalenten. En anders de volwassenen in de film, zoals leraar Jean-François, die een erg sterkte rol speelt.

Politiek cynisme
Het is niet eerlijk om de kinderen in The Damned (1963) ‘slecht’ te noemen; ze zijn juist de slachtoffers, maar horrorachtig zijn ze beslist. Als je ze aanraakt, zijn ze ijskoud. Stel je dat eens voor! Je ziet een acteur een kind aanraken en schrikken en gelooft meteen zijn reactie: ‘Hij is dood, zeg ik je!’

De kinderen komen niet meteen in de film voor; we beginnen namelijk met een Amerikaanse toerist die een leuk dametje achterna loopt. Als prijs moet hij een overval van haar broer en zijn bende ondergaan ('Teddy's gang'). Als hij het meisje weer tegenkomt, springt ze in zijn boot. Teddy volgt ze. Ze zoeken onderdak in 'het vogelhuis', een huis van een Zweedse kunstenares aan de kust. Na een wilde achtervolging komen ze terecht bij een geheime ingang van een kelder.

En dan, daar, komen ze achter het bestaan van de kinderen, de koude, vervloekte kinderen. Daarover kan ik niet veel zeggen zonder het plot te verklappen, maar dit is wel even een duister staaltje politiek cynisme. Deze overheid overtreft menig dictatoriale staat in schurkachtigheid.

The Damned (naar een roman van H.L. Lawrence) is een van de films die Joseph Losey in Engeland maakte, nadat hij uit de VS was verbannen door de heksenjacht van senator McCarthy. Losey geloofde in fraaie pulp. Regelmatig bracht hij de filmstudio, Hammer, tot wanhoop. Ze waren gewend om voor een appel en een ei pulpfilms te maken, maar Losey was van het type dat twee weken voor filmen zei: ‘Ik baal van dit script, ik laat het herschrijven.’

De productie was bijna even vervloekt als de film zelf. Losey had aan de ene kant te maken met een beperkte actrice, Shirley Ann Field, en een actrice die net method-acting had ontdekt en uren nodig had voor haar werk, Viveca Lindfors. Hij huurde omdat het zo mooi stond een paar helikopters en die waren prijzig. De marketingmensen begrepen ook niet goed hoe ze deze film moesten verkopen, een schimmig sf-verhaal met een anti-nucleaire moraal. Zelfs de trailer lijkt zich af te vragen wat voor film dit nou is.

Het knappe is juist hoe Losey samenhang brengt in de stijlen, de gebeurtenissen, en zo, inderdaad, pulp met smaak creëert. Genrefilms kenmerken zich door vaste patronen maar deze film is erg onvoorspelbaar. Voor fans van Kubricks Clockwork Orange is het zien van het begin bijvoorbeeld een must. Het nihilisme van Teddy’s gang is een cinematografische voorloper van Alex’s bende in 1971, met Oliver Reed in de positie van Malcolm McDowell.

Maar mijn God, wat een gitzwart verhaal! Het is verleidelijk om in deze zwartgalligheid iets te zien van Loseys verbanning uit de VS. Dat zal hem niet positiever over regeringen hebben laten denken. Zo maakt hij van de cynische Teddy uiteindelijk ook meer een slachtoffer van de omgeving. De kunstenares die het heeft met een vaag lid van de geheime dienst. Subtiele schimpscheut. En oei, wat een einde... Variety schreef in 1962 al dat de film 'strange and fascinating' was. Zo kun je er inderdaad het beste naar kijken.

Eerdere afleveringen:
CAMERA OBSCURA - Namaaklevens
CAMERA OBSCURA - De dood herleefd
CAMERA OBSCURA - Treinen in actie
CAMERA OBSCURA - Geheimzinnige filmpjes
CAMERA OBSCURA - Schurken achter het stuur

REEKS (17) - CAMERA OBSCURA
In deze reeks bespreekt Bob van der Sterre elke aflevering een aantal thematisch gelinkte films. Hoe aparter, ouder en obscuurder, hoe liever hij ze heeft.

PLANEET CINEMA

Planeet Cinema is een online filmmagazine. We bekijken films zonder grenzen: oud of nieuw, populair of obscuur.

We geven graag nieuw schrijftalent de kans om online te publiceren.

Planeet Cinema beschikt over een uitgebreid archief van meer dan 6.000 artikelen sinds 1993.

 

HOME
RECENSIES
ACHTERGRONDEN
FESTIVALS
KLASSIEKERS

Twitter Facebook

 

THEMA

THEMA - UIT DE KUNST
Vrouw in een mannenwereld


Met de hulp van een historica draaide de Franse regisseur Bruno Nuytten in 1988 een biopic over een van Frankrijks meest bekende vrouwelijke kunstenaars uit de negentiende eeuw. De gelijknamige film vertelt haar tragische levensverhaal begeleid door de dramatische muziek voor hoofdzakelijk strijkers van componist Gabriel Yared.

>>>

THEMA - UIT DE KUNST
De beeldhouwer die niet wou schilderen


Quizvraagje voor bij de barbecue: wat hebben Mozes, Johannes de Doper, Marcus Antonius, Henry VIII, Michelangelo en God de Vader zelve gemeenschappelijk? Antwoord: ze werden allemaal op film vereeuwigd door Charlton Heston.

>>>

THEMA - UIT DE KUNST
Het spanningsveld van de kunstenaar


Een kunstschilder die in de tweede helft van de negentiende eeuw in het zog van het impressionisme op de kunstscène verschijnt, is Auguste Renoir. Deze Fransman die ongeveer 6000 schilderijen maakte, is echter niet de enige kunstenaar die Gilles Bourdos met de film Renoir in de verf zet.

>>>

THEMA - UIT DE KUNST
Genialiteit ondergedompeld in miserie


Quoth the raven: ‘nevermore’. Edgar Allan Poe schreef de beroemde dichtregel in 1845, en sindsdien heeft zijn raaf de populaire cultuur niet meer verlaten. Als zelfs The Simpsons je gedicht opnemen in hun Treehouse of Horrorreeks, weet je dat je het als dichter gemaakt hebt.

>>>

THEMA - UIT DE KUNST
Pop-art tot de tiende macht


Thierry Guetta is een Fransman die in Los Angeles een tweedehands kledingzaak heeft. Via via ontmoet hij een street art-kunstenaar en hij – notoir allesfilmer – springt bij en filmt alles. Meer street art-kunstenaars laten zich filmen. Een idee voor een documentaire is geboren. Maar er is iets loos. Guetta zal niet rusten voor hij alle kunstenaars heeft gefilmd. Hij ontmoet er veel. Maar er ontbreekt er een: Banksy, die intussen wereldberoemd is geworden met zijn ironische street art.

>>>

THEMA - UIT DE KUNST
Wie is er bang van Alfred Hitchcock?


In 2012, meer dan 30 jaar na zijn dood, verschenen er plots twee films over het leven van Alfred Hitchcock. Het mag een wonder zijn dat het zolang geduurd heeft. Hitchcock was een mysterieus man en een gedroomd object voor een biopic.

>>>

UIT HET ARCHIEF

Foto: Sony
MY LIFE WITHOUT ME
Passievol de dood tegemoet
>>>