Na het zien van When The Lights Went Out (2011) was er vooral blijheid: het kan nog steeds, een film over een bezeten huis. Nog mooier is dat de film zich afspeelt in 1974. Een ogenschijnlijk onbewuste knipoog naar een tijdperk toen griezelfilms nog een zekere klasse hadden, en in bezeten huizen nog echte planken kraakten.
The Innocents (1961), La Vergine Di Norimberga (1963), Dr. Terror’s House Of Horrors (1965)
Het huis in The Innocents (1961) is kolossaal. Het is bijna een kasteel. Een oom die twee weeskinderen heeft, vraagt daarom Miss Giddens om de twee kinderen op te voeden terwijl hij afwezig is.
Miss Giddens is een professional. Ze kwijt zich goed van haar taak – ook al schrikt ze regelmatig van het huis. Zo denkt ze soms dat ze zomaar mensen ziet. En tegelijk hoort ze verhalen over het personeel dat er voor haar rondliep en intussen dood is. Worden de kinderen soms behekst?
Ze raakt er steeds meer van overtuigd dat de voormalige gouvernante Miss Jessel en bediende Peter Quint de kinderen bezitten. Miss Giddens neemt geen genoegen met makkelijker oplossingen; ze wil de zaak tot op de bodem uitzoeken. Ze doet dus haar best om de kinderen te helpen de demonen te verdrijven.
Dat ontgeesten gaat niet zonder slag of stoot en dat is behoorlijk griezelig. Allerlei mensen duiken in dit reusachtige kasteel op achter raampjes en deuren. Aan de andere kant gilt Deborah Kerr (die de gouvernante speelt) flink rond. In deze film lukt het nog om te schrikken van piepende planken en mensen die uit het riet opduiken.
Stand geschrokken
De spanning is te danken aan een aantal dingen, zoals het innovatieve lichtgebruik, het mysterieuze gebouw zelf en de uitstekende rol van Deborah Kerr als gouvernante. Aangezien de film een minimum heeft aan rollen en verhaallijnen, is haar bijdrage belangrijk, en daarbij wordt ze in beeld gebracht zoals zou moeten; aldoor haar gezicht op stand geschrokken, maar krachtdadig ingrijpend.
De inspiratiebron was The Turn Of The Screw, de beroemde roman van Henry James. Maar er is wel wat aan het boek geknutseld. Afgezien van het gebruik van een toneelbewerking uit de jaren vijftig, heeft ook Harold Pinter zich ermee bemoeid (hij adviseerde om geen flashbacks te gebruiken), en ook door niemand minder dan Truman Capote, die wel wat meer scenario’s heeft bewerkt voor hij aan In Cold Blood toekwam. Zelfs voor de details inzake het Victoriaanse tijdperk waarin het zich afspeelt, werd een schrijver ingehuurd.
De film heeft wel wat tijd nodig om op gang te komen en je moet je ook door wat onoriginele passages doorworstelen, zoals dat ze moeilijk slaapt, dat er tijdens haar nachtmerrie van alles gebeurt, en dat de bliksem flitst. Altijd weer die bliksem in spannende films – tijdens kamperen vind ik dat al erg genoeg.
Beulenpak
In La Vergine Di Norimberga (1963) zien we ook weer zo’n gezellig huis, waar je in de kelder martelwerktuigen, kisten en poppen als beulen vindt. Wie heeft er nou thuis geen lege grafkist staan met staken aan de binnenkant? En als je pech hebt, loop je de nieuwe bediende tegen het lijf. Ook niet de vrolijkste thuis na een verblijf in een concentratiekamp.
De dame des huizes, Mary Hunter, wantrouwt de bediende. Ze wil per se weten hoe het zit. Ze schrikt dan ook niet weinig als ze ineens een andere vrouw aantreft met een kooi op haar hoofd, met een hongerige rat erin. Hoe ziek moet je zijn als mens om dat te verzinnen!
Haar partner, Max, vindt ondertussen alles zo vanzelfsprekend als wat. Ze is gewoon hysterisch en beter kan ze pillen gaan slikken. Is hij dan soms die man in dat beulenpak die ze heeft zien rondslenteren? Ze gaat twijfelen.
Ja, het is een feest van clichés. Hier is alles te vinden wat er maar in het horrorhandboek staat: gegil, een dame in nachtjapon, een held, een monster, een kasteel, aanzwellende violen en Christopher Lee. Boordevol jatwerk, zoals van Dr. Mabuse en Les Jeux Sans Visage.
Maar alles bij elkaar opgeteld is dit staaltje horrorvakmanschap wel sfeervol – zoals vroeger nog werd gemaakt. Het is welgeteld een keer ochtend geloof ik – de rest van de tijd loop je door verduisterde vertrekken mee met de dame des huizes – die op elk bewegend stofje reageert door hysterisch om haar man te gillen. Maar die is op een of andere manier terecht gekomen in een ander deel – dat onder water staat.
Deze Italiaanse productie wordt vooral gered door het prettige acteerspel (met Rosanna Podestà, bekend van Helen of Troy van Robert Wise) en Georges Rivière, die met een prettige nuchterheid de bizarre momenten compenseert.
Voorspellingen
Maar liefst vijf defecte huizen tellen we in Dr, Terror House of Horrors uit 1965, maar we beginnen met een treincoupé. Daarin komen zes mannen tezamen. Er is stilte tot de oude, sinistere heer van het gezelschap in slaap valt en zijn spullen op de grond vallen. Ook tarotkaarten.
Wie wil zijn toekomst laten voorspellen? zegt de duistere man ineens heel wakker. Ze hoeven alleen maar de kaarten drie keer aan te tikken. Of laten ze zich kennen als doetjes? Wie wil nu niet weten hoe ie aan zijn einde komt – al was het maar uit curiositeit? De dokter wordt onthaald op sceptisme maar met al die baasjes in de coupé is het onvermijdelijk dat toch ze allemaal voor de bijl gaan.
De eerste man die in de coupé het stapeltje kaarten aantikt is architect. Hij bezoekt een verlaten huis op een eiland om er wat klusjes te doen. Achter een gipsen muurtje in de kelder vindt hij een graf. Het graf wordt ’s avonds verlaten door een geest die aan het moorden slaat. Het is inderdaad het huis waar hij naar op weg was, merkt hij verbaasd op.
En zo zijn er meer voorspellingen. De man die terugkomt van een vakantie en ontdekt dat hij een agressieve plant in de tuin heeft staan – die in staat is om dieren en mensen te wurgen. De jazzmuzikant die een tune speelt van een voodoogod heeft ineens last van stevige wind tegen in zijn eigen huis. De sceptische kunstcriticus Mr. Marsh, ten slotte, heeft te maken met een wraakzuchtige hand van een dode kunstenaar. Een arts heeft een vriendin die graag bloed zuigt uit nekken. Al hun laatste kaarten zijn – zachtst gezegd – nogal slecht.
De mannen in de trein zijn overrompeld door de knowhow van de man over hun privéleven en sommigen willen de griezelige slechtnieuwsbrenger te lijf gaan. Maar die heeft nog een verrassende laatste kaart in zijn mouw.
Deze film vermaakt als een tierelier en dankt veel aan de acteurs. Je ziet onder andere Donald Sutherland, Peter Cushing en Christopher Lee. De sfeer wordt niet eens verpest met te veel violen en andere elementen van ‘overspanning’. En de verhalen zijn ook niet al te voorspelbaar.
Het meest geslaagde segment vond ik die van de niet uit te roeien hand van de dode kunstenaar. Hoe verzin je dat? Dat weet alleen de Brit Milton Subotsky, want uit zijn bizarre brein komt dit script. Hij schreef in de jaren zestig rijen scripts en produceerde er nog meer, waaronder The House That Dripped Blood (1971), The Terrornauts (1967) en niet te vergeten Torture Garden (1967). Hij liet de regie wel over aan Freddie Francis, een man die hier en daar werkte als director of photography, onder andere bij The Elephant Man en… The Innocents.
Eerdere afleveringen:
CAMERA OBSCURA - Disfunctionele families
CAMERA OBSCURA - Horrorkinderen
CAMERA OBSCURA - Namaaklevens
CAMERA OBSCURA - De dood herleefd
CAMERA OBSCURA - Treinen in actie
CAMERA OBSCURA - Geheimzinnige filmpjes
CAMERA OBSCURA - Schurken achter het stuur
REEKS (19) - CAMERA OBSCURA
In deze reeks bespreekt Bob van der Sterre elke aflevering een aantal thematisch gelinkte films. Hoe aparter, ouder en obscuurder, hoe liever hij ze heeft.
Planeet Cinema is een online filmmagazine. We bekijken films zonder grenzen: oud of nieuw, populair of obscuur.
We geven graag nieuw schrijftalent de kans om online te publiceren.
Planeet Cinema beschikt over een uitgebreid archief van meer dan 6.000 artikelen sinds 1993.
HOME
RECENSIES
ACHTERGRONDEN
FESTIVALS
KLASSIEKERS
Met de hulp van een historica draaide de Franse regisseur Bruno Nuytten in 1988 een biopic over een van Frankrijks meest bekende vrouwelijke kunstenaars uit de negentiende eeuw. De gelijknamige film vertelt haar tragische levensverhaal begeleid door de dramatische muziek voor hoofdzakelijk strijkers van componist Gabriel Yared.
>>>
Quizvraagje voor bij de barbecue: wat hebben Mozes, Johannes de Doper, Marcus Antonius, Henry VIII, Michelangelo en God de Vader zelve gemeenschappelijk? Antwoord: ze werden allemaal op film vereeuwigd door Charlton Heston.
>>>
Een kunstschilder die in de tweede helft van de negentiende eeuw in het zog van het impressionisme op de kunstscène verschijnt, is Auguste Renoir. Deze Fransman die ongeveer 6000 schilderijen maakte, is echter niet de enige kunstenaar die Gilles Bourdos met de film Renoir in de verf zet.
>>>
Quoth the raven: ‘nevermore’. Edgar Allan Poe schreef de beroemde dichtregel in 1845, en sindsdien heeft zijn raaf de populaire cultuur niet meer verlaten. Als zelfs The Simpsons je gedicht opnemen in hun Treehouse of Horrorreeks, weet je dat je het als dichter gemaakt hebt.
>>>
Thierry Guetta is een Fransman die in Los Angeles een tweedehands kledingzaak heeft. Via via ontmoet hij een street art-kunstenaar en hij – notoir allesfilmer – springt bij en filmt alles. Meer street art-kunstenaars laten zich filmen. Een idee voor een documentaire is geboren. Maar er is iets loos. Guetta zal niet rusten voor hij alle kunstenaars heeft gefilmd. Hij ontmoet er veel. Maar er ontbreekt er een: Banksy, die intussen wereldberoemd is geworden met zijn ironische street art.
>>>
In 2012, meer dan 30 jaar na zijn dood, verschenen er plots twee films over het leven van Alfred Hitchcock. Het mag een wonder zijn dat het zolang geduurd heeft. Hitchcock was een mysterieus man en een gedroomd object voor een biopic.
>>>