Quizvraagje voor bij de barbecue: wat hebben Mozes, Johannes de Doper, Marcus Antonius, Henry VIII, Michelangelo en God de Vader zelve gemeenschappelijk? Antwoord: ze werden allemaal op film vereeuwigd door Charlton Heston.
The Agony and the Ecstasy (1964)
In de jaren 50 en 60 leek Heston op heilige missie om in zijn eentje de hele Bijbel te verfilmen. Geen mens die in de twintigste eeuw zo vaak in een lendendoekje heeft rondgelopen als hij. Veel van die films (Ben-Hur, The Ten Commandments, El Cid) zijn nu nog steeds klassiekers die je op betaalde feestdagen wel ergens op een of andere zender kan bekijken. Helaas is The Agony and the Ecstasy, de film waarin Heston Michelangelo speelt, vandaag de dag zo goed als vergeten. Een kleine misdaad, want deze prent heeft de tand des tijds veel beter doorstaan dan veel van Hestons andere films. Tijd om een verloren meesterwerkje uit de vergeetput te halen!
Educatieve diavoorstelling
In 1964 was het precies 400 jaar geleden dat Michelangelo Buenarotti in Firenze stierf. Om deze verjaardag te herdenken werd besloten om Irving Stone’s klassieke roman The Agony and the Ecstacy naar het grote scherm te brengen. Niet de hele roman, die het volledige leven van Michelangelo beschrijft. Nee, de film zou zich focussen op de creatie van zijn bekendste meesterwerk: het fresco op het plafond van de Sixtijnse kapel en op de wilstrijd tussen Michelangelo en zijn ‘baas’ paus Julius II, die de opdracht voor het kunstwerk had gegeven.
Carol Reed, bekend van klassiekers als The Third Man, Odd Man Out en Oliver! kreeg de regie in handen. Hij koos Charlton Heston, de ‘go to guy ‘van dat moment wanneer het ging over historische epossen als zijn Michelangelo en Rex Harrison (die het jaar voordien de Oscar had gewonnen voor My Fair Lady) als paus Julius II. Diane Cilento, op dat moment mevrouw Sean Connery, vervolledigde de cast als Tessa De Medici, de vriendin en misschien wel geliefde van Michelangelo.
De film begint, zeer ongewoon, met een twaalf minuten durende documentaire waarin kort de jeugd van Michelangelo wordt beschreven en waarin we een snelcursus beeldhouwkunstappreciatie krijgen. Het voelt een beetje als een diavoorstelling in de parochiezaal, maar dit segment heeft onmiskenbaar zijn charmes. Hoe educatief mocht cinema nog zijn in de jaren zestig! Pas nadat we het hele oeuvre van Michelangelo hebben kunnen bestuderen, starten de openingstitels en kan het verhaal echt beginnen.
Paus als strijdheer
De jobinvulling van een paus was in het begin van de zestiende eeuw lichtelijk anders dan vandaag. In die tijd waren pausen echte strijdheren, die met een leger in hun zog probeerden zoveel mogelijk regio’s te veroveren. In de openingsscène van The Agony and the Ecstacy zien we hoe Julius II net een nieuw gebied heeft veroverd. Hij stijgt, in vol harnas, zijn paard af waarna een lakei hem onmiddellijk een pauselijk gewaad omtrekt zodanig dat hij in het Latijn de mis kan opvoeren voor zijn leger.
Het is een mooi voorbeeld van de lichte, bij momenten zelfs speelse, touch die Reed en zijn scenarioschrijver Phillipe Dunne, aan hun film meegeven. Julius II is een koppig en trots man, enige hoogmoed is hem zeker niet vreemd. Harrison, in het echte leven een enorme prima donna en ijdeltuit, speelt hem met een natuurlijke autoriteit maar ook, en dat is cruciaal voor de rest van de film, met een dosis twijfel. Twijfel aan zichzelf, hij wordt in de film onder meer een Medusa en de antichrist genoemd; maar ook aan God, die hij stiekem in een veel minder positief licht ziet dan Michelangelo.
We ontmoeten Michelangelo voor het eerst wanneer hij druk aan het werk is in een marmergroeve. Michelangelo geloofde dat in elke blok marmer een beeld lag te slapen. Het was de taak van de beeldhouwer om het los te kappen. Heston maakt enkele interessante keuzes in zijn portrettering van Michelangelo. Hij speelt hem als een koleriek kereltje, die weinig respect toont voor zijn medewerkers, collega’s of zelfs voor de paus.
Zijn verwaandheid komt al duidelijk tot uiting in zijn eerste scène wanneer hij tegen architect Bramante (die op dat moment de Sint Pietersbasiliek aan het bouwen is) zegt dat de nieuwe kathedraal een prima decor zal zijn voor zijn nieuwe beeldhouwwerk. Dat beeldhouwwerk, het grafmonument voor Julius II met onder meer de befaamde Mozes, moet zijn grote meesterwerk worden.
Alleen ziet Julius het zelf zo niet. Hij vraagt Michelangelo om te stoppen met het beeld omdat hij een nieuwe belangrijkere opdracht voor hem heeft. Het afbladderende plafond van de sixtijnse kapel moet dringend opgesmukt worden. De paus stelt voor dat Michelangelo er een fresco van de twaalf apostelen op maakt, met nog wat bijhorende versieringen. Michelangelo protesteert, hij is een beeldhouwer en geen schilder, en doet alles om aan de taak te ontsnappen. Uiteindelijk kan hij toch overhaald worden. Hij ontwerpt een vernuftige stelling, zodat hij geen gaten in het plafond maakt en gaat aan het werk.
Dit levert enkele van de meest intrigerende scènes uit de film op. Reed toont in detail wat voor een hallucinante onderneming het geweest moest zijn om het plafond te beschilderen. We zien ook hoe Michelangelo ’s avonds naar een herberg gaat, daar enkele karakterkoppen van tooghangers schetst, en die koppen de volgende ochtend gebruikt als gezichten voor de heiligen die hij die dag nodig heeft. Al de schilderscènes in de sixtijnse kapel, die voor een groot deel werd nagebouwd in de Cinecitta studio’s, zijn heerlijk om te bekijken.
Kunst vs Geloof
Maar de echte fun in de film ligt in het conflict tussen de temperamentvolle Michelangelo en zijn mecenas Julius II. Beide mannen zijn koppig en hoogmoedig en komen herhaaldelijke keren in conflict met elkaar. Julius ergert zich dood aan het trage tempo waaraan Michelangelo werkt. De misvieringen in de kapel worden opgedragen onder de stellingen van de kunstenaar, en af en toe krijgt een misdienaar of een kardinaal een pot verf over zijn hoofd. Een running gag in de film is dat Julius op het einde van zowat elke scène aan Michelangelo vraagt ‘When will you make an end?’. Waarop Michelangelo steeds antwoordt: ‘When I’m finished’.
Michelangelo is dan weer niet te spreken over de wispelturige paus, die hem weigert te betalen en hem verbiedt om hierover met hem in discussie te gaan. Met een paus kan je niet onderhandelen is het argument. Wanneer de kardinalen van de paus ook het fresco zelf beginnen te bekritiseren (de vele naakte figuren zouden heidens zijn en zeker niet passen op de muur van een kapel) is voor Michelangelo de maat vol en neemt hij ontslag.
Dat gebeurt nog wel enkele keren in de film, maar steeds slaagt de paus (die wel de waarde van het werk inziet, ook al heeft hij problemen met de artiest) er in om Michelangelo terug te lokken. ‘Ik vrees,’ zegt hij op een bepaald moment, ‘dat ik niet de geschiedenis zal ingaan als de paus die Rome verdedigde tegen de heidenen, maar als de paus die erin slaagde om een onwillig artiest toch zijn werk te laten afmaken’.
De heerlijke ruzies tussen de paus en de schilder (op een bepaald moment gaat Julius zo uit zijn dak dat hij zijn staf kapot slaat op de rug van Michelangelo, dat waren nog eens pausen!) zijn geschreven en gespeeld alsof het scènes uit een screwballcomedy waren. Heston en Harrison, die elkaar in het echte leven niet konden uitstaan, excelleren in deze scènes. Let op de lichaamstaal van Heston. Elke keer wanneer Julius hem terechtwijst of tegenwerkt, houdt hij zijn armen beschermend om zijn lichaam, alsof hij beschutting zoekt in een veilig cocon, ver weg van de wereld die hem niet lijkt te begrijpen. Hij lijkt een slapende vulkaan, die elk moment zou kunnen ontploffen. Het is zonder enige twijfel een van de beste vertolkingen van de acteur.
Michelangelo en de schepping
Het meest cruciale moment komt laat in de film. Michelangelo heeft net de beroemde schepping van Adam geschilderd. Het is avond en Julius klimt met een kaars op de stelling om het werk te bekijken.
‘Is dat hoe je hem ziet?’ vraagt hij aan Michelangelo terwijl hij naar God wijst. Michelangelo legt uit dat hij de schepping ziet als een daad van liefde, en dat daar dus een genadevolle God bij past. ‘En is dat hoe je de mens ziet?’ vraagt de paus wanneer hij naar Adam wijst. ‘Moedig, knap en hoopvol?’ waarop hij het hoofd schudt en zegt dat het schilderij mooi maar vals is. De mensheid kan veel minder genade vinden in zijn ogen dan in die van de artiest.
The Agony and the Ecstasy is niet zozeer een biografie van Michelangelo als een biografie van een kunstwerk. Er worden heel wat loopjes met de werkelijkheid genomen, al komt het beeld van Michelangelo als gepassioneerd, koppig artiest wel heel duidelijk door.
Over zijn persoonlijk leven komen we maar weinig te weten. Michelangelo was homoseksueel, maar aangezien we in het Hollywood van de vroege jaren 60 zitten en onze hoofdacteur opperrepublikein Charlton Heston is, wordt over dit aspect van de kunstenaar maar weinig gezegd. Op één schalks momentje na dan. Soldaten van de paus zijn op zoek naar Michelangelo, nadat hij weer eens ontslag heeft genomen. Ze doorzoeken een bordeel en vragen een van de prostituees of ze Michelangelo gezien heeft. Die begint daarop hard te lachen en zegt ‘Je kan de hele wereld afzoeken, maar je zal Michelangelo nooit in een huis als dit vinden’.
Explicieter dan dat kon je in die tijd niet zijn. De rol van Diane Cilento lijkt bedoeld als een poging om toch wat romantiek in de film te smokkelen, er wordt gesuggereerd dat de twee in hun jeugd een romance zouden hebben gehad, maar dit leidt uiteindelijk nergens toe. De Michelangelo van Heston is enkel geïnteresseerd in zichzelf en zijn kunst.
Onterechte flop
The Agony and the Ecstasy ontving vijf Oscarnominaties in 1965, onder meer voor de muziek van Alex North en de prachtige art direction. De film won er uiteindelijk geen enkele. Meer zelfs, het was een enorme flop voor studio Twentienth Century Fox, die nog maar net bekomen was van het Cleopatra fiasco. De grote historische epossen begonnen tegen het midden van de jaren 60 uit de mode te raken.
Heston maakte de omschakeling naar rampenfilms en sciencefiction en beleefde daar nog heel wat successen. En Carol Reed? Diens volgende film zou Oliver! zijn, waarvoor hij eindelijk een verdiende Oscar voor beste regisseur zou winnen.
The Agony and the Ecstasy werd in een vergeethoekje gestopt, een ongewenst reliek uit een vervlogen tijd, en dat is bijzonder jammer. In vergelijking met veel van de epische films uit die tijd, die vaak zo saai en pompeus waren dat ze zelfs in het jaar van hun release als ouderwets overkwamen, is Carol Reeds film fris, geestig en intelligent. Het is een heerlijke making of van een van de meest indrukwekkende kunstwerken uit onze geschiedenis en een mooi portret van Michelangelo Buenarotti: de beeldhouwer die een hekel had aan schilderen.
THEMA - UIT DE KUNST
Films over kunst staan deze zomermaanden centraal bij Planeet Cinema.
Planeet Cinema is een online filmmagazine. We bekijken films zonder grenzen: oud of nieuw, populair of obscuur.
We geven graag nieuw schrijftalent de kans om online te publiceren.
Planeet Cinema beschikt over een uitgebreid archief van meer dan 6.000 artikelen sinds 1993.
HOME
RECENSIES
ACHTERGRONDEN
FESTIVALS
KLASSIEKERS
Met de hulp van een historica draaide de Franse regisseur Bruno Nuytten in 1988 een biopic over een van Frankrijks meest bekende vrouwelijke kunstenaars uit de negentiende eeuw. De gelijknamige film vertelt haar tragische levensverhaal begeleid door de dramatische muziek voor hoofdzakelijk strijkers van componist Gabriel Yared.
>>>
Quizvraagje voor bij de barbecue: wat hebben Mozes, Johannes de Doper, Marcus Antonius, Henry VIII, Michelangelo en God de Vader zelve gemeenschappelijk? Antwoord: ze werden allemaal op film vereeuwigd door Charlton Heston.
>>>
Een kunstschilder die in de tweede helft van de negentiende eeuw in het zog van het impressionisme op de kunstscène verschijnt, is Auguste Renoir. Deze Fransman die ongeveer 6000 schilderijen maakte, is echter niet de enige kunstenaar die Gilles Bourdos met de film Renoir in de verf zet.
>>>
Quoth the raven: ‘nevermore’. Edgar Allan Poe schreef de beroemde dichtregel in 1845, en sindsdien heeft zijn raaf de populaire cultuur niet meer verlaten. Als zelfs The Simpsons je gedicht opnemen in hun Treehouse of Horrorreeks, weet je dat je het als dichter gemaakt hebt.
>>>
Thierry Guetta is een Fransman die in Los Angeles een tweedehands kledingzaak heeft. Via via ontmoet hij een street art-kunstenaar en hij – notoir allesfilmer – springt bij en filmt alles. Meer street art-kunstenaars laten zich filmen. Een idee voor een documentaire is geboren. Maar er is iets loos. Guetta zal niet rusten voor hij alle kunstenaars heeft gefilmd. Hij ontmoet er veel. Maar er ontbreekt er een: Banksy, die intussen wereldberoemd is geworden met zijn ironische street art.
>>>
In 2012, meer dan 30 jaar na zijn dood, verschenen er plots twee films over het leven van Alfred Hitchcock. Het mag een wonder zijn dat het zolang geduurd heeft. Hitchcock was een mysterieus man en een gedroomd object voor een biopic.
>>>